Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima hebben vanmiddag een bezoek gebracht aan de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS). De Koning en Koningin werden rondgeleid door de synagoge aan het Jacob Obrechtplein en spraken met vertegenwoordigers van verschillende organisaties binnen de joodse gemeente in Amsterdam.
De Joodse Gemeente Amsterdam bestaat 375 jaar en is een bloeiende gemeente met vele activiteiten. Vanuit de gemeente worden onder meer diensten in vijf synagogen georganiseerd, joods onderwijs verzorgd en sociaal en cultureel werk verricht.
Na een korte toelichting op de geschiedenis van de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge (NIHS) en uitleg over het interieur en geschiedenis van de synagoge, ontmoetten de Koning en Koningin vertegenwoordigers van joodse organisaties. Zij spraken onder meer met studenten, scholieren en leerkrachten van joodse scholen, met vertegenwoordigers van Maccabi-sportverenigingen en de beveiligingsorganisatie “Bij leven en welzijn”.
Het bezoek werd afgesloten met een gelegenheidsgebed en een zegening door opperrabbijn Aryeh Ralbag, zoals deze ook wekelijks in de dienst wordt uitgesproken voor het Koninklijk Huis.
NIK-rabbijn R. Evers gaf de koning en de koningin een toelichting bij het synagoge-bezoek.
In dit prachtige G’dsgebouw vertel ik U iets over het interieur en de diensten van deze synagoge.
Het Joodse volk ontstond na de Uittocht uit Egypte aan de voet van de berg Sinai waar wij de Tora, de Bijbel ontvingen met als duidelijkste symbool de twee Stenen Tafelen met daarop ingegraveerd de Tien Geboden.
De Stenen Tafelen en de Torarol lagen in de Heilige Arke.
Recht voor U ziet u de Heilige Arke, die de centrale en meest heilige plaats inneemt in de synagoge. Hierin worden de Torarollen bewaard. Vier keer per week wordt hieruit voorgelezen, de geschiedenis van de mensheid vanaf de Schepping en het Joodse volk vanaf de wetgeving in de Sinai-woestijn, 3325 jaar geleden.
Tot ongeveer 2300 jaar geleden bestond er geen vastgestelde orde van de gebeden. De mensen baden dagelijks tot G’d maar de lengte, de frequentie, de inhoud en vorm van het gebed stelde men zelf vast, ieder voor zich. Ook kende men nog geen vaste gebedsruimten.
In de reizende Tabernakel en het Heiligdom in Jeruzalem was wel een vastgestelde orde van diensten. ’s Ochtends en ’s middags (tot in de avond) werden er diensten gehouden. Dienovereenkomstig baden Koning David en de profeet Daniel drie maal per dag.
De synagoge of sjoel (van het woord Schule omdat in de sjoel ook Tora geleerd wordt) ontstond eigenlijk pas gedurende de eerste grote ballingschap, de Babylonische ballingschap in het huidige Irak, ongeveer 2400 jaar gelden.
Omdat men nadien het Hebreeuws niet meer machtig was maar overal Aramees sprak, hebben onze Geleerden vaste Hebreeuwse gebeden ingesteld, die voor iedereen gelijk zijn. Zo werd de gebedstekst vastgelegd en meegedragen in onze reis over de wereld, het spirituele licht van de Tora volgend, zoals gesymboliseerd door het Neer Tamied, het eeuwig brandende licht vlak voor de Heilige Arke. De Tora was ons transportabele vaderland en is dat ook hier in Nederland gebleven.
Koning Willem Alexander, koningin Maxima, U heeft onze Joodse Gemeente met Uw bezoek grote eer bewezen.
Klik hier om een aantal foto’s te bekijken van het bezoek
Bron: NIK, RVD