Een korte uitleg van de belangrijkste joodse feest- en gedenkdagen (Chagiem).
ROSJ HASJANA
Rosj Hasjana is het joods nieuwjaar. Het duurt twee dagen en in de periode die eraan voorafgaat sturen mensen elkaar kaarten met de wens “sjana tova”, een goed jaar. Rosj Hasjana wordt thuis gevierd met een feestelijke maaltijd. Ronde challes en honingkoek ten teken van een zoet, onafgebroken jaar, mogen niet ontbreken op tafel. In sjoel staat de dienst in het teken van inkeer. Rosj Hasjana is namelijk ook het begin van tien dagen van inkeer die uitmonden in Jom Kippoer. In sjoel wordt 100 keer op de sjofar (ramshoorn) geblazen om de mensen als het ware wakker te schudden. ‘s Middags is het de gewoonte naar een stromend water te lopen en daar kruimels in te werpen, als symbool voor het afwerpen van je zonden. Je zegt er een speciaal gebed bij. Deze gewoonte heet tasjliech.
JOM KIPPOER
Jom Kippoer duurt een dag en wordt wel de belangrijkste dag van het joodse jaar genoemd. Het is een vastendag waarop je niet mag eten, drinken en werken. Op Jom Kippoer tracht je met jezelf, je medemens en God in het reine te komen. Alle gebeden staan in het teken van inkeer. Men draagt in sjoel geen schoenen met leren zolen en gaat zoveel mogelijk in het wit gekleed. Aan het einde van de dag wordt nog een maal op de sjofar (ramshoorn) geblazen. Daarna zoeken mensen elkaar op om samen aan te bijten (te eten na het vasten).
SOEKOT
Soekot wordt ook wel Loofhuttenfeest genoemd. Het feest duurt zeven dagen. Aan Soekot zitten Sjemini Atseret en Simchat Tora vast. Het is een mitswa om in je eigen tuin een soeka te bouwen, waarin je elke avond van het chag (feest) eet. Soekot herinnert aan de tijd dat de joden in de woestijn leefden in hutten. Kinderen kunnen van alles maken om de soeka op te vrolijken, bijvoorbeeld tekeningen en slingers. Met soekot maken de mensen loelaviem. Een loelav is een bundel van een mirretak, een wilgentak, een palmtak. Deze bundel houdt je in de linkerhand, terwijl je de etrog in je rechter houdt. Een etrog is een zeer aromatische citrusvrucht. Deze vier soorten, arba miniem, staan symbool voor de verschillende soorten mensen. In sjoel lopen de mensen rondes om de bima (ophoging in het midden van een sjoel) met hun loelav en etrog. Deze rondes heten hakafot.
SIMCHAT TORA
Op Simchat Tora vieren we dat we de Tora hebben, dat we het laatste boek daarvan (Dewariem) uitgelezen hebben en weer beginnen in het eerste (Beresjiet). De woorden van de vijf boeken van Mosje zijn namelijk verdeeld evenveel porties als er in een jaar sjabbatot zijn. In sjoel wordt met de Tora-rollen rondgedanst (behalve in de Portugese Snoge) en snoep gestrooid voor de kinderen.
CHANOEKA
Chanoeka is het feest van de inwijding van de Tempel. Het wordt gevierd ter herinnering aan de heugelijke dag dat de Makkabeeën de
Tempel in Jeruzalem opnieuw inwijdden, nadat zij de Syriërs verslagen hadden, in het jaar 165 voor de gewone jaartelling.De koning van Syrië, Antiochus IV Epiphanes, verbood alles wat niet paste in de Griekse cultuur. Het was verboden Sjabbat te vieren, besnijdenis uit te voeren en Tora-onderwijs te volgen. De Makkabeeën kwamen hiertegen in opstand en na een paar jaar van strijd kon de Tempel weer opnieuw worden ingewijd. Maar voor deze herinwijding had men olie nodig. De menora (zevenarmige tempelkandelaar) moest ontstoken worden. Volgens het verhaal konden de joden slechts één kruikje bruikbare olie vinden, genoeg om de menora acht dagen lang te laten branden.
Lag Ba’Omer
Lag Ba’Omer is een Joodse feestdag die op de drieëndertigste dag van de Omer telling wordt gevierd. Deze dag valt altijd op de 18e dag van de maand Ijar. De bekendste gewoonte op deze dag is om vreugdevuren in heel Israël aan te steken.
Tijdens de Omer telling worden de 49 dagen vanaf de tweede dag van Pesach, tot de vijftigste dag op Sjavoe’ot geteld. Het is een periode met allerlei restricties, maar tijdens Lag Ba’Omer vervallen deze en mag er worden getrouwd (Ashkenaziem, want de Sephardiem doen dit een dag later) en wordt er feest gevierd. In Noord-Israël is Meron bij Tsfat erg in trek. Duizenden mensen verzamelen zich hier ‘s nachts om feest te vieren. Rabbi Shimon bar Yochai (de Rashbi, een leerling van Rabbi Akiva, 40 – 137 CE) en zijn zoon Rabbi Elazar liggen hier begraven. De leerlingen van de Rashbi stellen dat met de openbaring van de Zohar, de Rashbi het spirituele licht aan de wereld gaf.
De gewoonte om het grote vreugdevuur bij de tombe van de Rashbi aan te steken gaat terug op de rebbes van de Boyaner dynastie (eind 1800 CE).
Op Lag Ba’Omer zijn verleden en heden met elkaar verweven, de eerste Zionisten in het moderne Israël associeerden deze dag met de Bar Kochba opstand (132-136 CE) tegen de Romeinen. Verschillende Lag BaOmer tradities zijn toen met het Zionisme verweven en werd de focus gelegd op de overwinning van de rebellen, die geestelijk werden geïnspireerd door Rabbi Akiva en militair geleid door Bar Kochba.
De sterfte die tijdens de Bar Kochba opstand onder de leerlingen van Rabbi Akiva uitbrak, eindigde onverwachts op de 33e dag van de Omer telling. Lag Ba’Omer werd toen uitgelegd als de dag van Bar Kochba’s overwinning en deze dag herinnert dan ook aan de (aanvankelijke) overwinning van de rebellen. Daarmee is deze dag onderdeel gaan uitmaken van de Israëlische – Zionistische psyche, gedurende de eerste jaren in de strijd naar een onafhankelijke Joodse staat. Veel paramilitaire groepen identificeerden zich met de rebellen van destijds. De Palmach divisie, ontstaan uit de Hagana, is opgericht op Lag Ba’Omer 1941. De regeringsopdracht om de IDF op te richten, is genomen op Lag Ba’Omer 1948. In het moderne Israël staat Lag Ba´Omer dan ook symbool voor de `the fighting Jewish spirit´.