Op 2 november 1917 stuurde de Britse minister Arthur Balfour een brief aan Lionel Walter Rothschild, een vooraanstaand Brits zionist. De brief werd bekend als de Balfour-verklaring.
“Harer Majesteits regering staat welwillend tegenover de vestiging van een nationaal huis voor het Joodse volk in Palestina, en zal naar beste vermogen het bereiken van dit doel ondersteunen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal worden gedaan dat de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande niet-Joodse gemeenschappen in Palestina kan schaden, of de rechten en politieke status die Joden genieten in enig ander land”.
De Balfour-verklaring werd in 1920 opgenomen in het Verdrag van Sèvres tussen de Geallieerden en Turkije met betrekking tot een Brits mandaat voor Palestina waarin de Volkenbond de Britse regering het mandaat gegeven om in Palestina een Joods Nationaal Tehuis op te richten.
De Balfour-verklaring maakte de weg vrij voor de Verenigde Naties om in 1947 Palestina op te delen in een joodse en een Arabische staat. De Arabieren weigerden resolutie 181 te accepteren en besloten dat oorlog een betere optie was.
Israël wist echter stand te houden tegen de invasie van 5 Arabische legers, hoewel Egypte en Jordanië de gebieden veroverden die onderdeel zouden worden van een Arabische staat.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!