Honderden Iraakse leiders en activisten hebben vrijdag in de regio Koerdistan op een conferentie opgeroepen tot volledige normalisatie van de relaties met Israël.
De 312 Iraakse mannen en vrouwen, waaronder soennieten, sjiieten, jeugdactivisten en stamleiders verklaarde dat de volgende stap na de dramatische aankondiging zou zijn om persoonlijk het gesprek aan te gaan met Israëliërs.
Iraaks Koerdistan onderhoudt contacten met Israël, maar de federale regering in Bagdad heeft geen diplomatieke banden met de Joodse staat.
De conferentie werd georganiseerd door het in New York gevestigde Center for Peace Communications, dat zich inzet om de relaties tussen Arabieren en Israëliërs te bevorderen en activisten te beschermen die normalisatie ondersteunen.
Een van de sprekers legde uit dat de groep gelooft in vrede met Israël “zodat we in een stabiele regio kunnen leven die een einde maakt aan conflicten. We geloven erin omdat we willen dat onze regio een vreedzame regio is, waarin Israël een onlosmakelijk onderdeel is van het geheel en waarin alle volkeren het recht hebben om in veiligheid te leven.”
“We eisen dat Irak internationaal toetreedt tot de Abraham-akkoorden”, schreef Wisam al-Hardan, leider van de Sons of Iraq Awakening-beweging, vrijdag in The Wall Street Journal. “We roepen op tot volledige diplomatieke betrekkingen met Israël en een nieuw beleid van wederzijdse ontwikkeling en welvaart.”
“Sommigen van ons hebben ISIS en Al-Qaeda op het slagveld verslagen”, schreef Hardan. “Met bloed en tranen hebben we lang aangetoond dat we ons verzetten tegen alle extremisten, of het nu soennitische jihadisten zijn of door Iran gesteunde sjiitische milities. We hebben ook ons patriottisme getoond: we hebben levens opgeofferd ter wille van een verenigd Irak, met de ambitie om een federaal regeringssysteem te realiseren zoals bepaald in de grondwet van onze natie.”
De Sons of Iraq werden in 2005 gevormd in de provincie Anbar en bestaat uit ex-Iraakse legerofficieren die samen met Amerikaanse troepen streden tegen al-Qaeda en ISIS.
Hardan noemde de verdrijving van de Iraakse joden “de meest schandalige daad” in de neergang van het land en zei dat Irak “zich opnieuw moet verbinden met heel onze diaspora, inclusief deze joden.”
“We verwerpen de hypocrisie in sommige delen van Irak die vriendelijk spreekt over Iraakse Joden terwijl ze hun Israëlische burgerschap denigreren, en de Joodse staat, die hen asiel heeft verleend.”
Hardan zei ook dat de wetten van Irak die contacten met Israëliërs criminaliseren “moreel weerzinwekkend” zijn.
Hij schreef dat terwijl landen als Syrië, Libië, Libanon en Jemen verwikkeld zijn in oorlog, de Abraham-akkoorden een hoopvolle trend van “vrede, economische ontwikkeling en broederschap” vertegenwoordigen.
De oproep tot normalisering werd echter verworden door de federale regering van Irak die de bijeenkomst illegaal noemde.
De conferentie “was niet representatief voor de (mening) van de bevolking en die van de inwoners van Iraakse steden, in wiens naam deze personen beweerden te spreken”, aldus de verklaring.
De machtige sjiitische geestelijke Moqtada Sadr drong er bij de regering op aan “alle deelnemers te arresteren”, terwijl Ahmed Assadi, een parlementslid van de ex-paramilitaire groep Hashed al-Shaabi, hen bestempelde als “verraders in de ogen van de wet”.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!