De Kerk van Engeland wil zich verontschuldigen voor anti-Joodse wetten die in de middeleeuwen zijn aangenomen en hebben geleid tot de verdrijving van de joodse bevolking van Engeland in 1290.
De Algemene Synode, het wetgevend orgaan van de kerk, heeft plannen onthuld om een “daad van berouw” aan te bieden, ter gelegenheid van het 800e jubileum van de Synode van Oxford uit 1222, een reeks antisemitische wetten die het contact tussen Joden en Christenen aan banden legde.
De beslissing wordt verwelkomd door Joodse groepen onder het motto “beter laat dan nooit”.
Tijdens de synode van Oxford in 1222 speelden kerkleiders een rol bij de invoering van anti-Joodse wetten, zoals het verplicht dragen van identificerende kleding en het verbod op de bouw van nieuwe synagogen.
Deze acties leidden uiteindelijk tot het Edict of Expulsion, een koninklijk besluit uitgevaardigd door koning Edward I van Engeland op 18 juli 1290 om alle Joden uit het Koninkrijk Engeland te verdrijven. Het verdrijvingsedict bleef de rest van de middeleeuwen van kracht. Pas in de 17e eeuw mochten joden zich weer in Engeland vestigen.
De Kerk van Engeland bestond in de 13e eeuw nog niet. Bij het plannen van de formele verontschuldiging neemt de Kerk van Engeland de verantwoordelijkheid voor het christelijk antisemitisme dat dateert van vóór de oprichting in 1534.
In 2019 publiceerde de Church of England een document met de titel God’s Unfailing Word, waarin het erkende dat de christelijke theologie heeft bijgedragen aan de stereotypering en vervolging van joden en uiteindelijk heeft geleid tot de Holocaust.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!