De gouverneur van Ramallah en Al-Bireh, Leila Ghannam, overhandigde meer dan 30 duizend euro namens de Palestijnse Autoriteit aan de familie van de terrorist Muhannad al-Halabi, tijdens een bijeenkomst afgelopen zondag.
Het geld werd verstrekt door president van de Palestijnse Autoriteit Mahmoud Abbas om de familie te compenseren voor de sloop van hun huis door de IDF, volgens Wafa, het officiële persbureau van de PA.
Op 3 oktober 2015 viel Halabi (19) de familie Benita in de Oude Stad van Jeruzalem aan, terwijl ze op weg waren om te bidden bij de Westelijke Muur.
Muhannad al-Halabi vermoorde Aaron Benita, de vader van het gezin, met messteken en verwondde de moeder, Adele, en hun twee jaar oude zoon, Matan. Nehemia Lavi, een bewoner die geschreeuw hoorde en kwam helpen, werd ook vermoord. Muhannad al-Halabi werd kort daarop doodgeschoten door Israëlische politieagenten.
Adele Benita beschreef de gruwel van de terreuraanslag in een interview met de New York Times, waarin zij vertelde hoe zij haar man probeerde te helpen en om hulp schreeuwde: “Er waren veel Arabieren in de buurt die lachend toekeken.” Toen ze langs hen rende om hulp te zoeken, “spuugden Arabische toeschouwers naar me en sloegen me in mijn gezicht. Met het mes nog in mijn nek terwijl ik om hulp smeekte voor mijn zoon, werd ik geschopt door een van de Arabische omstanders die tegen mij zei: ‘sterf'”.
Ghannam bedankte Abbas, die volgens haar ‘bijzonder belang hecht aan de families van de martelaren, gevangenen en strijders’ en ‘als een medelevende vader is voor al onze mensen.'”
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!