Lag Ba’Omer is misschien wel één van de meest mysterieuze Joodse feestdagen. Waarom is het een traditie om kampvuren aan te steken? Wat is de reden dat op Har Meron (Noord-Israël) honderdduizenden Joden samen komen voor gebed en om feest te vieren?
Lag Ba’Omer wordt gevierd om te herdenken en het licht van de Thora te vieren. Ook vanavond zal deze oude traditie in ere worden gehouden, al gelden er dit jaar restricties met betrekking tot het aantal Joden dat op Har Meron toe wordt gelaten.
Lag Ba’Omer betekent letterlijk: de 33ste dag van de Omer. Het was gebruikelijk om op Sjavoe’ot naar de Tempel te gaan om de eerste opbrengst van de oogst te brengen. De periode tussen de eerste dag van Pesach en Sjavoe’ot bevat precies zeven volle weken (vijftig dagen) en wordt de Omertelling genoemd.
De Omertijd is een rouwperiode, waarom dan feest vieren op de 33ste dag?
Daar zijn 2 redenen voor. Ten eerste: 1.800 jaar geleden werden de leerlingen van rabbi Akiva getroffen door een plaag. Precies op de 33e dag van de Omertelling kwam er een einde aan deze plaag waar veel leerlingen aan gestorven zijn.
De tweede reden is deze: Rabbijn Shimon, die wordt gezien als één van de meest invloedrijke rabbijnen ooit, overleed op deze dag. Hij was een leerling van rabbi Akiva en de schrijver van de Zohar, het meest mystieke commentaar op de Thora. Rabbijn Shimon gaf zijn leerlingen de opdracht zijn sterfdag in vreugde door te brengen. Hij zag het leven op aarde als een wachtkamer voor de komende wereld.
Van de Thora wordt ook gezegd dat deze een licht op de wereld werpt. Rabbijn Shimon werd gezien als iemand die omgeven was door dit licht en dat zijn huis op zijn sterfdag omgeven was door intens licht. Daarom worden er op Lag Ba’Omer kampvuren aangestoken. Als herinnering aan dit spirituele licht en om aan anderen op grote afstand te laten zien met elkaar verbonden en in leven te zijn. Het graf van de rabbijn is op Har Meron.
Chag Sameach!
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!