De rechtmatige eigenaren van een door de nazi’s gestolen schilderij zullen worden gecompenseerd, nadat de Nederlandse regering had bepaald dat het museum het schilderij mocht houden omdat het tentoonstellen ervan het algemeen belang zou dienen, meldt JTA.
Museum de Fundatie in Zwolle heeft toegezegd ruim 198.000 euro te schenken aan de nakomelingen van Joodse Holocaustslachtoffers die onder dwang het schilderij uit 1635 “Christus en de Samaritaanse vrouw bij de bron” van Bernardo Strozzi verkochten, meldde JTA naar aanleiding van een bericht in het Noord-Hollands Dagblad. Het schilderij is niet getaxeerd dus de waarde ervan is onbekend.
Het schilderij, dat werd verkocht door Richard Semmel uit Berlijn, is een van de vele kunstwerken die door de Restitutiecommissie van de Nederlandse overheid zijn erkend als roofkunst. De commissie vindt echter dat het museum het schilderij mag houden en tentoonstellen, omdat het recht van het publiek op toegang tot de cultureel belangrijke werken zwaarder weegt dan de belangen van de rechtmatige eigenaren.
Deze benadering, die uniek is voor landen die aangeven geïnteresseerd te zijn in het oplossen van eigendomskwesties onder nazi-roofkunst, heeft Nederland blootgesteld aan internationale kritiek.
Het dreigt “Nederland te veranderen van een leider in kunstteruggave in een paria”, schreven restitutiedeskundige Anne Webber en Wesley Fisher, de onderzoeksdirecteur van de Conference on Jewish Material Claims Against Germany, vorig jaar in een opiniestuk.
Het bekendste geroofde item dat in Nederland te zien is, is ‘Schilderij met huizen’ van Wassily Kandinsky in het Stedelijk museum van Amsterdam. De waarde wordt geschat op minimaal 16 miljoen. Het Stedelijk museum van Amsterdam erkent dat het om roofkunst gaat, maar weigert de rechtmatige eigenaren te compenseren die het museum eerder hadden aangeklaagd maar de rechtszaak verloren.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!