Na de aanval op rabbijn Eliyahu Mali in Jaffa volgden zondagavond uitbraken van geweld in Jaffa. In de Oude stad van Jeruzalem ontstonden de rellen door een verbod van de politie om op de trappen van de Damascuspoort te zitten.
De spanningen tussen Arabische en Joodse Israëliërs in Jaffa liepen zondagavond hoog op. De politie heeft verschillende demonstranten gearresteerd nadat er stenen en vuurwerk naar de veiligheidstroepen werden gegooid.
Ook in de Oude stad van Jeruzalem liepen protesten uit de hand en werd een waterkanon ingezet om relschoppers te verspreiden. 3 Arabische Israëlische mannen werden gearresteerd en 2 agenten raakten gewond.
Hoofdzakelijk religieuze Joden protesteerden waarmee ze het geweld tegen Joden in de stad aan de kaak wilden stellen. Aan de overkant van de straat verzamelden zich Arabische Israëliërs als tegenprotest en riepen: “Kolonisten, ga naar huis”.
Rabbijn Eliyahu Mali werd zondagochtend aangevallen terwijl hij een appartement wilde kopen om zijn Shirat Moshe Hesder Yeshiva te huisvesten. Yamina partijleider Naftali Bennet veroordeelde de aanval scherp. Op twitter uitte hij dat de staat Israël geen shtetl is waarin Joden gevaar lopen. Waarmee hij verwees naar de Joodse gehuchten in Oost-Europa. Hij noemde de aanval een schande voor Israël. De aanval is veroordeeld als een antisemitische misdaad en de 2 verdachten zijn gearresteerd. Rabbijn Mali werd gered door Arabische inwoners van Jaffa.
Jaffa, dat sinds 1950 opgenomen is in Tel Aviv, was van oudsher Arabisch. Door ontwikkelingen in de huizenmarkt zijn veel Joodse inwoners hier naar toe getrokken. De aanwezigheid van beide wakkert spanningen in de stad aan.
Voor een persbericht en foto’s verwijzen we naar de Times of Israël.