Een geliefd Israëlisch liedje uit de zestiger jaren heet “Rak B’Yisraeel” – alleen in Israël – waarin men zich komisch beklaagt dat het hele land in reservedienst is, iedereen een generaal is, iedereen het beter weet, maar toch het feit prijst dat dat allemaal van ons, in Israël is.
Ik ben een supertrotse Israeli. Na 48 jaar in dit land staat bij mij de weegschaal in het voordeel van alles wat goed is in ons landje. Zo rapporteerde ik u enkele weken geleden dat in ons land, wanneer je in de openbare dienst werkt, je naar huis wordt gevlogen om een vaccinatie te krijgen: geen land die dit deed. Dan kun je gaan discussiëren of die prikken goed of slecht zijn – daar doel ik niet op. Ik doel op het feit dat, zelfs tijdens de meest absurde politieke discussies, wij weten waar we mee bezig zijn. Dat bewijzen we keer op keer: van het redden van gekaapte Joden in Entebbe tot aan het aankopen van zoveel mogelijk vaccinaties kan men zien hoe serieus wij het woord “leven’ nemen. Met dank uiteraard aan alle antisemieten, die ons door de eeuwen geleerd hebben om levensgevaar serieus te nemen.
Na drie pogingen om mijn Nederlanderschap in te leveren – ik heb genoeg aan mijn Israëlische nationaliteit – heb ik al jaren geleden besloten niet deel te nemen aan de Nederlandse verkiezingen: als Nederlander die al 48 jaar niet in Nederland woont, geloof ik niet dat ik het recht heb om me te mengen in de Nederlandse interne politiek en schouw de Nederlandse verkiezingen van de zijlijn aan. Maar in Israël gebruik in mijn kiesrecht. Niet alleen omdat ik daar als burger recht op heb, ik voel ook dat ik het verdiend heb na het jaren dienen van mijn land. Maar in Israël kun je alleen stemmen als je in Israël bent of woont. Slechts ambtenaren op een missie in het buitenland – en daar hoor ik bij – mogen in het buitenland stemmen.
Daarom kreeg ik een deftige brief vol met stempels en handtekeningen, waarin geschreven stond dat ik op de ambassade in Berlijn mag komen stemmen. Alleen in Israël krijg je dan een voucher voor de reis, als je maar komt stemmen. Dus bevond ik me gisterochtend op onze ambassade in Berlijn, waar ik, naast een kop koffie, de kans kreeg om mij politiek te uiten.
Ik was uiteraard niet de enige, vele collega’s kwamen langs om te stemmen, wat vlot en efficiënt ging. Ons land staat op een kruispunt en we hopen dat deze verkiezingen de lange politieke impasse in ons land zullen beëindigen. Want: links, rechts, hoog, laag: iemand moet winnen en iemand moet groots winnen, zodat die kleine nebbiesj-partijen geen belachelijke onderhandelingen kunnen ondernemen om deze of gene kandidaat te laten winnen.
Onze discussies zijn verhit, sommigen onder ons kunnen zelfs te ver gaan met het te proberen overtuigen van anderen van hun mening. Maar op Stemdag is alles anders: iedereen is rustig, zelfs blij. Want bij ons is een Stemdag een feest van de Democratie. Om het feestgevoel authentiek te maken hebben we een vrije dag op Stemdag.
De Stemdag is 23 maart, maar “het buitenland” stemde gister, zodat de stemmen op tijd thuis zijn. En wie het ook wordt: de beste zal winnen, omdat hij de meeste stemmen zal hebben. Ik schrijf “hij” beste Nederlanders, niet omdat we iets tegen vrouwen hebben, maar omdat er geen vrouwelijke kandidaat is voor het premierschap. Voor diegenen die meteen ‘discriminatie’ schreeuwen wil ik u eraan herinneren dat we al een vrouw als premier hebben gehad, ongeveer in dezelfde tijd dat de Dolle Mina’s hun BH’s verbranden. En dan heb ik het nog niet over rechters, piloten en commando’s, want vrouwen in Israël vindt u niet alleen op het strand, ze zijn overal.
Maar alleen in Israël komen we samen op de Stemdag, lachen goedhartig om de ‘domme keuze’ van een ander en gooien nog een biefstuk op de barbecue.
Bij ons geeft de Stemdag een goede stemming.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!