De genen van honderdjarigen verouderen langzamer dan verwacht en vertonen dezelfde genetische manifestaties van veroudering zoals zeventigjarigen, beweert een nieuwe internationale studie uitgevoerd door de Universiteit van Haifa die zondag in het Aging Cell-tijdschrift is gepubliceerd.
De studie, die het geheim van een lang leven probeert te achterhalen bij mensen van 100 jaar en ouder, onderzocht toenames van leeftijd gerelateerde pathogene mutaties die zich ophopen in verschillende gebieden in de genen van senioren.
De studiegroep bestond uit 551 Asjkenazische joden uit de Verenigde Staten en Europa van 100 jaar of ouder. De onderzoekers vergeleken de resultaten met een groep van 532 Asjkenazische joden uit de Verenigde Staten van 70 jaar en ouder.
Onderzoekers hebben ervoor gekozen om de Ashkenazi-populatie te onderzoeken omdat deze groeide uit een zeer klein aantal mensen 600-800 jaar geleden, waardoor het voor onderzoekers eenvoudiger werd om onderscheid te maken tussen een gen en een eigenschap vanwege de meer consistente genetische samenstelling van de populatie.
Ze onderzochten verschillende gebieden van het genoom van een proefpersoon – met name gebieden die eigenschappen, eiwitten produceren – en enzymen en probeerden mutaties te vinden door middel van een proces van genetische sequentie bepaling.De resultaten van de studie laten zien dat, in tegenstelling tot alle hypothesen, het aantal pathogene mutaties onder honderdjarigen gelijk is aan het aantal pathogene mutaties onder zeventigjarigen (septuagenarians).
Onderzoekers vonden ook geen verschil tussen de twee groepen in specifieke mutaties die geriatrische ziekten veroorzaken zoals Alzheimer, dementie, Parkinson en diabetes.
Prof. Gil Atzmon, die de studie leidde, zei dat dit het resultaat zou kunnen zijn van verschillende biologische processen die op latere leeftijd vertragen.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!