Niet alleen in Israël, maar overal in de westerse wereld staan we in de rij om een prik te krijgen. Het narratief van het laatste jaar is duidelijk: er is een virus en daar kun je soms ziek van worden en soms dood aan gaan.
Het algemene besef is dat dat best waar kan zijn. De cirkels van besmetting worden langzaam kleiner en op een goed moment ken je iemand die echt ziek is geworden. Met wat mazzel en, zo blijkt, met wat DNA maak je de kans zelf ziek te worden. Maar we leven in een tijd dat het internet met de sociale media vaak sneller is dan het nieuws zelf – en soms zelfs het nieuws creëert.
We horen en lezen over de soms gekste complottheorieën: microchips in het vaccin, geheime broederschappen die de wereld overnemen, buitenaardse wezens die ons allemaal dood willen hebben en natuurlijk horen wij, Joden er ook bij: wij zouden het allemaal geregeld hebben om nog meer macht te kunnen hebben in deze wereld.
Vrienden vragen me vaak, waarom ik de buitenlandse pers prefereer over de Israëlische pers. Dat kan ik uitleggen. Als ik de Israëlische pers lees, dan lees ik over hoe slecht het met ons gaat, hoe Iran ons elk moment naar het stenen tijdperk wil bombarderen, hoe de regering ons naar een afgrond leidt, hoe de VN en EU ons continu veroordelen en hoe zwart de toekomst van onze kinderen is. Erg deprimerend. Maar wanneer ik de buitenlandse pers lees, dan lees ik hoe wij Joden al het geld in de wereld in onze macht hebben, hoe we alle media opgekocht hebben en hoe sterk en machtig wij zijn.
Natuurlijk lees ik dan liever de buitenlandse pers bij mijn ontbijt, is toch veel motiverender!
Maar terug naar de prik, die onze regering in grote nummers en voor forse bedragen opkocht. Want als het om het overleven van ons Volk gaat, zijn we het allemaal eens met elkaar: daar gooien we er alles tegenaan. Dus is Israël – in binnenlandse, zowel als in buitenlandse pers – nu kampioen inenten: we knallen 100.000 naalden per dag in armen, junkies niet meegeteld.
Plotseling wil iedereen een prikkie – en niet omdat ze gratis zijn: van “het moet gewoon” tot aan “je weet maar nooit” staat iedereen in de rij, en dankzij de verslaving aan de mobieltjes is het aardig rustig. De drive-in stations gaan soepel en vlot en in de ziekenhuizen en vaccincentra zijn de Israëliërs aardig tam en zijn er amper schreeuwpartijen.
Tenzij je in de politiek zit. Daar wordt nog heerlijk geschreeuwd omdat iedereen een videoclip nodig heeft voor de verkiezingen. De premier was de eerste die zijn spierballen live op tv liet zien, echter, het gestuntel was zo pathetisch, dat de dirigent van het drama, een professor, zich liet ontvallen dat de premier een placebo… eh vaccin had gekregen. Direct daarna kregen we live dezelfde voorstelling van de president, ministers, celebraties en ander soort groenten.
Ik heb geen idee of die beroemde mensen invloed hadden op mensen om zich te laten vaccineren. Maar ik ken erg weinig die niet zijn gegaan.
Een ding is duidelijk: we kunnen allemaal onze gezondheid verzekeren.
Voor een prikkie.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!