Volgens onderzoek van het Israëlische Centraal Bureau voor de Statistiek zijn door de versoepeling van enkele van de beperkingen op de economie de omstandigheden op de Israëlische arbeidsmarkt enigszins verbeterd. Daarnaast is het bruto binnenlands product (BBP) van Israël in de periode juli-september met bijna 38% op jaarbasis gestegen.
In de eerste helft van de vorige maand bedroeg het aantal werklozen 937.500 (22,7%), maar na de versoepelingen van de lockdown daalde het aantal in de tweede helft van de maand tot 732.500 (18%), een aanzienlijke verbetering, hoewel de cijfers nog steeds erg hoog en zeer zorgwekkend zijn.
In absolute cijfers zitten 845.500 mensen zonder werk, 255.600 (14,2%) meer dan in september. Die cijfers komen overeen met de voorspelling van de Bank of Israel, die een paar weken geleden schatte dat het brede werkloosheidspercentage 17-20% zou bedragen.
Het bruto binnenlands product (BBP) van Israël in de periode juli-september met bijna 38% op jaarbasis gestegen, volgens de berekeningen van het Centraal bureau voor de Statistiek.
Dit in vergelijking met het tweede kwartaal, waarin hele sectoren van de economie inactief waren vanwege de lockdown. Deze sectoren zijn in het derde kwartaal weer geheel of gedeeltelijk actief geworden.
De vandaag gepubliceerde cijfers hebben betrekking op het derde kwartaal en geven weinig indicatie van het effect van de tweede lockdown die in Israël werd opgelegd, die half september begon. En naast het herstel in de meeste sectoren in het derde kwartaal, lieten enkele belangrijke maatregelen een daling zien, waaronder de invoer van diensten en investeringen in installaties en machines.
Een internationale vergelijking van het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat de negatieve impact op de Israëlische economie van de coronaviruspandemie in de eerste negen maanden van 2020 relatief laag was. Het niveau van de economische activiteit in Israël lag in het derde kwartaal van 2020 slechts 1,4% onder het niveau in het derde kwartaal van 2019. Dit is een iets groter verschil dan werd opgetekend in Zuid-Korea (1,3%), maar het is aanzienlijk kleiner dan in de VS (2,9%), Zweden (4,1%), Duitsland (4,2%), Frankrijk (4,3%) of Spanje (8,7%).
Het Centraal Bureau voor de Statistiek benadrukt echter dat de methodologische uitdagingen het moeilijk maken om de groeigegevens te analyseren, en stelt daarom dat de betrouwbaarheid van de seizoen gecorrigeerde cijfers beperkt is. Het zegt dat het heeft besloten om eind dit jaar geen voorlopige jaarlijkse groeiramingen bekend te maken “in het licht van de situatie en de uitdagingen bij het schatten van het bbp”.
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!