In opdracht van de Palestijnse leiders zijn ambtenaren van het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken met vertegenwoordigers van Palestijnse facties, burgerorganisaties en gevangenenorganisaties bijeengekomen om manieren te bespreken om terreurorganisaties van de lijst met beperkende maatregelen van de Europese Unie verwijdert te krijgen. De lijst is belangrijk omdat de EU geen geld kan uitkeren aan NGO’s die banden hebben met de terreurgroepen op de lijst.
Volgens een verklaring op de officiële nieuwssite van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), concentreerde de bijeenkomst, onder voorzitterschap van secretaris-generaal van het uitvoerend comité van de PLO, dr. Saeb Erekat, zich op de noodzaak om een relatie met de EU te behouden terwijl ze het terroristische label dat aan de facties is gehecht, en de noodzaak om aan die benaming te voldoen om toegang te krijgen tot de financiering, afwijzen.
Daarnaast kwamen ze unaniem overeen om ‘voorlopige betaling’ af te wijzen.
BIJLAGE II van de algemene voorwaarden die aan EU-subsidies zijn verbonden, bevat een bepaling (artikel 1, 1.5bis) die stelt: “Begunstigden en contractanten van subsidies moeten ervoor zorgen dat er geen onderaannemers, natuurlijke personen, inclusief deelnemers aan workshops en / of opleidingen en ontvangers van financiële steun aan derden, worden ontdekt in de lijsten van beperkende maatregelen van de EU.”
Op deze lijsten staan verschillende Palestijnse terreurgroepen, waaronder onder meer de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ), het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) en Hamas.
130 Palestijnse NGO’s hebben geweigerd de clausule te ondertekenen, en benadrukken dat de bepaling neerkomt op illegale inmenging in Palestijnse politieke processen door externe instanties, aangezien de terreurgroepen in kwestie “politieke partijen” zijn. Eind december 2019 lanceerden ze een ‘Palestijnse nationale campagne om voorwaardelijke financiering te weigeren’.
In juni trok de EU de financiering van ten minste één Palestijnse ngo, BADIL, in nadat deze weigerde de antiterreurclausule te ondertekenen. In totaal verloor de NGO 1,7 miljoen euro aan financiering die was toegewezen aan een driejarig project met de titel Mobilizing for Justice in Jerusalem. De NGO verklaarde hun besluit om niet te ondertekenen door te stellen dat de clausule neerkwam op “aanvaarding van de aantijgingen van de zionistische lobby en Israëlische campagnes”, met als doel “de strijd van de Palestijnen te criminaliseren”.
Dat besluit werd genomen nadat er druk was uitgeoefend op het leiderschap van de EU, door onder meer door NGO Monitor, wiens vice-president Olga Deutsch indertijd tegen The Jerusalem Post zei : “We hebben jarenlang aandacht gevraagd voor het gebrek aan onafhankelijke mensenrechtenverdedigers binnen Palestijnse civiele samenleving, een sector die in plaats daarvan is gekaapt door radicale acteurs, waaronder internationaal verboden terreurgroepen zoals de PFLP.
‘Erger nog, in plaats van de EU-regels te gebruiken als een kans om de NGO-sector te rehabiliteren, heeft de Palestijnse regering haar inspanningen verdubbeld – als een kwestie van nationale prioriteit – om internationale normen te omzeilen en buitenlandse fondsen te laten stromen naar een andere para-gouvernementele tak die zich tegen elke notie van samenleven of vrede verzet, ook voor groepen die nauw verbonden zijn met gewelddadige terreurelementen.
De activiteit op dit front was in de zomer stilgevallen. De aanwezigen op de bijeenkomst hebben echter besloten te proberen druk uit te oefenen op parlementen over de wereld om de geldstroom naar de NGO’s te herstellen.
De bijeenkomst, die plaatsvond op 30 september in Ramallah, trok de aandacht van het Israëlische Ministerie van Strategische Zaken, dat een document heeft verspreid onder een aantal regerings- en veiligheidsfunctionarissen, waarin deze laatste ontwikkeling wordt beschreven. In dat document werd ook opgemerkt dat de aanwezigen niet alleen druk uitoefenden op de EU om haar besluit terug te draaien, maar ook manieren bespraken om zich te verzetten tegen campagnes van “zionistische lobbygroepen” waarvan zij zeggen dat het doel is om elementen van de Palestijnse samenleving te delegitimeren.
Minister van Strategische Zaken Orit Farkash-Hacohen merkte op: “De afgelopen maanden heeft de Europese Unie onder druk gestaan om haar beleid met betrekking tot de overdracht van middelen aan Palestijnse organisaties te wijzigen. Het besluit van de Europese Unie om zich niet terug te trekken uit haar beleid wordt door ons verwelkomd en is belangrijk om onderscheid te maken tussen legitieme burgeractiviteiten en ondersteuning en bevordering van terroristische activiteiten.
“Ik roep de landen van Europa op om ook de norm van de Unie over te nemen, en niet de hand te reiken aan degenen die hen onder druk zetten om deze duidelijke regel in te trekken. Het belastinggeld van Europese burgers mag degenen die terrorisme steunen niet direct of indirect financieren.”
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!