De Joodse geestelijke verzorging bestaat 75 jaar. Relatief kort, want al voor de Tweede Wereldoorlog waren collega’s met een Joodse achtergrond actief bij de krijgsmacht. Ook nu kiezen relatief veel Joden voor militaire dienst, weten de Joodse geestelijken. De afgelopen en komende weken nemen zij ons mee in de wereld van hun geloofsovertuiging bij Defensie. Deze aflevering vertellen ze over de verzorging in missiegebieden.
Stroopwafels, drop en goede koffie. Maar ook gebedsriemen, literatuur en andere religieuze artikelen. De Joodse geestelijk verzorgers bellen en mailen, maar steunen Joodse collega’s in missiegebied ook door pakketten te sturen. Dat vinden ze vaak heel waardevol, weten de 3 krijgsmachtrabbijnen. “Wij gaan niet mee op uitzending, maar laten wel merken dat we aan hen denken”, vertelt krijgsmachtrabbijn majoor Joram Rookmaaker. “Met andere afdelingen van de defensieorganisatie is er op een formele manier contact, terwijl wij laten weten dat ze op ons kunnen steunen. Vooral als iemand wat eenzaam is, is dat heel betekenisvol.”
Invliegen uitzendgebied
De Joodse geestelijken draaien geen uitzendingen. Een praktische overweging; door de kleine bezetting zouden de taken in Nederland in het geding komen. Hoofd krijgsmachtrabbijn kolonel Menachem Sebbag: “We vliegen alleen in als de situatie daar om vraagt. Zoals bij het overlijden van een Joodse collega, om de gebeden op de juiste manier af te leggen.” Als de commandant daar geen toestemming voor geeft, vanwege bijvoorbeeld de veiligheid, wordt gebruik gemaakt van de overlijdensbox met protocollen en attributen van alle religies. “De joodse rituelen die staan beschreven in een dikke pil zijn samengevat in een overlijdensprotocol, om uit te leggen wat er precies moet gebeuren na het overlijden.”
Existentiële vragen
Wie op missie gaat kan te maken krijgen met gevaarlijke omstandigheden. Vooraf vullen ze een handleiding nabestaanden in en laten weten wie van het thuisfront als eerste wordt gebeld als er zich een noodsituatie voordoet. “Dan kijk je op een andere manier naar je religie dan in het dagelijks leven”, vertelt Rookmaaker. “Het kan existentiële vragen oproepen. Invulling geven aan je religieuze achtergrond kan misschien bescherming bieden tegen wat daar gebeurt. Er zijn studies die concluderen dat goede geestelijke verzorging voor en tijdens uitzending de mentale weerbaarheid verhoogt. Het kan helpen bij het voorkomen van traumagerelateerde aandoeningen.”
Dat gebeurt al in aanloop naar vertrek. Dan bespreken de GV’ers waar de wensen en behoeften liggen. Hoofd krijgsmachtrabbijn kolonel Sebbag: “Soms zijn er thuis bijzondere dingen in de uitzendperiode waarbij wij kunnen ondersteunen. Zo kan de militair goed en in rust het werk in missiegebied doen. Dat kan op een heel praktische manier uitpakken. Zo werd ik eens gebeld of ik alsjeblieft direct kon komen. De wasmachine was kapot. Normaal zou haar man dat oplossen, nu ben ik op de vloer gaan liggen om ‘m te repareren. Dat was op dat moment het hardst nodig, dus ik deed het graag.”
Collegaverzorgers
De Joodse geestelijken draaien geen uitzendingen zoals GV’ers van andere denominaties. Sebbag: “Daarom is het belangrijk dat we weten welke Joodse collega’s waar op de wereld zijn. We hebben korte lijntjes met de geestelijke die wel ter plaatse is. Vaak kennen we elkaar al, we houden in het land goed ons netwerk bij. Als iemand niet zo goed in zijn of haar vel zit, kan de collegaverzorger ons tippen. Zo weten wij wie extra aandacht nodig heeft.”
Hoewel de geestelijke verzorging niet altijd met religie te maken heeft, kan een GV’er van een andere religie in missiegebied niet altijd Joodse zaken overnemen. “Ik kan ook geen kerkdienst verzorgen. Maar alle GV’ers werken met de plicht: ‘We serve our own and assist others’. Dus voor een katholieke dienst kan ik wel de stoelen klaarzetten en kaarsen aansteken. Zo doen de GV’ers in het buitenland ook wat ze kunnen voor onze Joodse collega’s.”
Internationaal
Dat goede netwerk tussen geestelijken is niet alleen in Nederland van belang. Ook in het buitenland weet Sebbag de krijgsmachtrabbijnen te vinden. “Een paar jaar geleden heb ik 2 collega’s gekoppeld aan de Joodse echtgenote van een hooggeplaatste Amerikaanse militair om samen Pesach te vieren.” Ook als buitenlandse Joodse collega’s tijdelijk in Nederland zijn geplaatst, nemen Joodse Geestelijke Verzorgers (JGV) ze op in hun cliëntenbestand.
De JGV leidt een initiatief om een internationale koepel van krijgsmachtsrabbinaten op te zetten. “Ik zit al in een appgroep met rabbijnen uit Frankrijk, België, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. De koepel moet nog veel meer landen samenbrengen, van Hongarije tot Canada. Dat biedt extra gereedschap om onze mensen overal ter wereld te bedienen.”
Ervaring uit Afghanistan
Luitenant-kolonel der mariniers Hans Kraaijenhagen (59)
“Ik kwam voor ‘t eerst in contact met de Joodse Geestelijke Verzorging (JGV, red.) toen ik in 1993 tijdens uitzending in Libanon mijn huidige echtgenote ontmoette; een Joods orthodoxe dame. We runnen sinds 1997 samen een Joods huishouden en onze kinderen volgden Joods onderwijs. Pas in 2010 ben ik officieel uitgekomen (bekeerd). Toen ik eindelijk ‘echt’ bij de gemeenschap hoorde en in 2013 naar Afghanistan vertrok, kon ik opnieuw op de steun van de JGV rekenen. Op uitzending kom je in het ongewisse terecht. Dan is het prettig om met de geestelijken te bespreken waar je op terug kan grijpen. Dat is niet ongebruikelijk: veel mensen krijgen plots sterkere religieuze gevoelens als ze in zo’n onzekere situatie terecht komen. Vanuit Afghanistan heb ik regelmatig met de JGV gebeld en gemaild. Ze stelden zeker dat ik ter plaatse de religieuze handelingen kon uitvoeren, met name op Shabbat en de Joodse feestdagen. Verder spraken we over mijn familie. Misschien was dat wel het belangrijkste: de GV’ers staan ook klaar voor je thuisfront. Dat gaf rust. Als het thuis goed loopt, kun je goed je werk doen.”
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de Defensiekrant
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!