In een op alle TV-zenders uitgezonden toespraak, verontschuldigde president Rivlin zich voor het falen van de regering in de strijd tegen het coronavirus. Omdat dit een bijzondere, emotionele en persoonlijke toespraak was, plaatsen wij hieronder zijn gehele toespraak.
“Mijn mede-Israëli’s, vanavond spreek ik tot u aan de vooravond van de tweede lockdown van de staat Israël, en ik vraag u uw hart voor mij en voor wat ik te zeggen heb te openen. Ik weet dat we als leiderschap niet genoeg hebben gedaan om uw aandacht te verdienen. Jullie vertrouwde ons en we hebben jullie teleurgesteld.
Vanavond zou ik dit willen zeggen: Ik begrijp de gevoelens van verwarring en onzekerheid, de angst die veel mensen voelen. Ik begrijp het en wil me daar eerst en vooral voor verontschuldigen. Op persoonlijk niveau vraag ik uw vergeving voor mijn gedrag hier in Beit HaNasi tijdens de lockdown tijdens Pesach [hij ontving toen familieleden waar dat niet was toegestaan].
Ik heb me er in het verleden voor verontschuldigd, en ik doe het vandaag weer. Mijn eenzaamheid is niet pijnlijker dan de eenzaamheid die velen van jullie – die zo zorgvuldig waren om het woord en de geest van de instructies op te volgen – ervaren.
Ik vraag vandaag ook uw vergeving op nationaal niveau. We staan op het punt het nieuwe jaar te beginnen en vinden het moeilijk om ruimte te maken voor het feest dat op dit moment, zoals elk jaar, bij ons is. We zijn gewend geraakt aan het leven in een land met een vrije en open samenleving, en nu zien we onze bewegingsvrijheid ernstig beperkt en vechten we om de routines te behouden die we als vanzelfsprekend beschouwden. Toen het coronavirus ons leven binnendrong, dachten we dat het een zware strijd zou worden, maar we hoopten op een snelle overwinning en daarom accepteerden we de beperkingen van sociale afstandelijkheid met begrip, ondanks de kosten die dat met zich meebrengt.
Jullie betaalden een hoge prijs, een echte prijs die al heel lang bij ons is – onze synagogen waren gesloten op Pesach, onze moskeeën waren gesloten tijdens de Ramadan, en tot op de dag van vandaag treur ik als ik denk aan de nabestaanden die niet in staat waren om de graven van hun dierbaren op Yom Hazikaron te bezoeken.[nationale dodenherdenkingsdag].
We vierden met onze families onder grote beperkingen, we rouwden om onze doden op een manier die hen onwaardig was, we leefden in een pijnlijk compromis in de overtuiging dat het land en zijn instellingen ons snel uit deze crisis zouden halen.
U, de burgers van Israël, verdient een vangnet dat het land u geeft. Besluitvormers, ministeries, beleidsuitvoerders moeten voor u werken en alleen voor u. Om levens te redden, om besmettingen te verminderen, om de economie te redden. Ik begrijp het gevoel dat niets van dit naar tevredenheid is uitgevoerd.
En nu, mijn mede-Israëli’s, zijn we opnieuw gedwongen om de prijs te betalen. Het is een hoge prijs. Ik denk aan mensen met psychische problemen, aan soldaten, aan ouders in bejaardentehuizen. De aankondiging van de lockdown betekent dat ons vermogen om samen te leven, samen te vieren, samen te rouwen, samen te bidden, samen onze meest elementaire menselijke behoeften te vervullen – dit alles wordt geschaad. Ik deel deze gevoelens met jullie, en tegelijkertijd zou ik willen dat we ons hoofd opheffen en geloven.
Sinds het uitbreken van de pandemie ben ik naar iedere plek gegaan waar de strijd wordt gevoerd en ontmoet ik onze bronnen van kracht en macht, in al hun glorie. Ik ontmoet ziekenhuishoofden, verpleegsters, doktoren, Magen David Adom en haar teams, de soldaten en officieren, de wetenschappers, de vrijwilligers. Ik zie van dichtbij hun onophoudelijke toewijding en opoffering om de openbare veiligheid te verzekeren, dit ongebreidelde virus te bestrijden en voor ons gevoel van wederzijdse verantwoordelijkheid in tijden van crisis. Ik heb degenen ontmoet die voor jullie, mijn mede-Israëli’s, zorgen en ze doen er alles aan om deze strijd te winnen, en ik vraag je: houdt vertrouwen in hen.
En vanaf hier wil ik tegen de regering van Israël zeggen – haar leiders, ministers en adviseurs: het vertrouwen van de mensen is waardevol. We moeten er alles aan doen om het persoonlijke, medische en economische vertrouwen van onze medeburgers te herstellen. Dit is een tweede kans en die moeten we aangrijpen zodat we geen derde lockdown zullen krijgen.
Mijn geliefde landgenoten, we moeten niet alleen voor uw eigen veiligheid zorgen, maar we mogen ook andere delen van de samenleving niet de schuld geven alsof een sector ‘verantwoordelijk’ is voor de verspreiding van de ziekte. De staat Israël is gezegend door zijn uitzonderlijke menselijke diversiteit, en ik geloof met heel mijn hart dat dit een enorm voordeel is. Elke groep en gemeenschap in onze samenleving speelt een cruciale rol in onze gezamenlijke kracht en in ons vermogen om deze strijd te winnen. We zullen niet zegevieren door met de vinger te wijzen en giftige beschuldigingen te uiten.
We waren voorbestemd om samen te leven, in goede jaren en in moeilijke jaren te delen, dit land op te bouwen en te ontwikkelen. Als we het coronavirus bestrijden, zijn we samen – Joden en Arabieren, seculier, religieus en ultraorthodox – in ziekenhuizen, scholen en in liefdadigheidsorganisaties. Samen leren we in tijden als deze wat partnerschap is, wat wederzijdse verantwoordelijkheid is, wat ‘Israelische Hoop’ betekend.
Mijn mede-Israëli’s, je kunt corona niet alleen verslaan, maar niemand kan het verslaan zonder júllie. Ik geloof in deze mensen. Ik geloof in ons vermogen om te zegevieren. Ik zou u willen vragen te geloven in het vermogen van dit volk om te zegevieren. Dit is het moment om de instructies op te volgen, voor jezelf en degenen die je dierbaar zijn te zorgen, de handen ineen te slaan om degenen om je heen die hulp nodig hebben te helpen. Omdat we geen ander land hebben, hebben we geen andere mensen en hebben we geen andere weg.
Moge dit een gezond jaar zijn, voor lichaam en geest. Moge het oude jaar en zijn vloeken voorbijgaan; moge het nieuwe jaar en zijn zegeningen komen. Moge het zo zijn.”
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!