Het Nederlandse parlement heeft een aantal moties aangenomen die spreken over de noodzaak om antisemitisme te bestrijden. Een ontwerp-motie waarin de regering werd verzocht de veiligheid rond de synagogen te betalen, werd echter niet aangenomen, meldt Cnaan Liphshiz van JTA.
In het kader van een tweedaagse zitting van de commissie Justitie en Veiligheid werd over de moties eerder deze week in de Tweede Kamer gestemd.
In de door Geert Wilders en Gidi Markuszower van de PVV ingediende motie, werd gesteld dat de joodse gemeenschap in Nederland “vaak niet over de middelen beschikt om hun infrastructuur, evenementen en synagogediensten adequaat te beschermen” en riep de regering op om hiervoor de financiën te verstrekken.
Slechts 28 van de 150 leden tellende Tweede Kamer stemde voor de motie, onder de partijen die het niet belangrijk vinden de joodse gemeenschap te helpen met de financiering van de beveiligingskosten waren de regerende VVD, de PvdA, de SP en de progressieve linkse partijen D66 en Groenlinks stemden.
Volgens leiders van de joodse gemeenschap wordt er jaarlijks ruim 1 miljoen euro aan beveiligingskosten voor de ca. 40.000 mensen tellende joodse gemeenschap uitgegeven.
Moties die het wel haalden, waren onder meer een niet-bindend verzoek aan de regering om een nationale coördinator voor de bestrijding van antisemitisme aan te wijzen en speciale politie-eenheden in het leven te roepen die zich bezighouden met antisemitische misdaden.
Door het afwijzen van hulp bij financiering van de beveiliging van de joodse gemeenschap, laat de Nederlandse regering opnieuw zien dat ondanks mooie woorden, de veiligheid van de kleine joodse gemeenschap voor hen niet belangrijk is.