Yuval Carmi, eigenaar van een falafel winkel uit Ashdod, werd in april geïnterviewd door Channel 13. Tijdens het interview barstte hij in tranen uit waardoor hij het symbool werd van de economische ineenstorting veroorzaakt door het coronavirus.
Het hele land keek naar het interview waarin de emotionele winkeleigenaar vertelde dat hij door de sociale afstandsregels zijn zaak moest sluiten. Ook Joods.nl besteedde er toen aandacht aan.
De volgende dag belde premier Benjamin Netanyahu Carmi en beloofde te helpen. Hulp die uiteindelijk lang op zich liet wachten en uiteindelijk een lachertje bleek. Carmi benadrukte dat hij niet de premier, maar zijn adviseurs de schuld daarvan geeft die, volgens Carmi, hem niet vertellen hoe het werkelijk is gesteld met de mensen in het land.
We zijn nu drie maanden verder, het aantal werklozen is nog steeds hoog, met 848.000 geregistreerde werklozen, de tweede virus golf overspoelt het land en terwijl de regering steeds meer kritiek krijgt vanuit de bevolking over het feit dat er van alles en nog wat wordt beloofd aan hulppakketten zonder duidelijk resultaat, heeft Carmi zijn falafel winkel geopend.
‘Het is echt een fooi wat we hebben gekregen. In het begin kreeg ik 5.900 shekel (1.500 euro) en daarna kreeg ik 6.000 shekel (1.535 euro) en dat is alles. Maar dat is niet genoeg om de winkel en arbeiders te behouden. Het is niet wat we verdienen.’
Mijn kosten gaan door, huur salaris voor mijzelf, mijn zoon en vier werknemers, het is echt een lachertje wat de regering ons gaf” zegt Carmi.
Coronavirus vormt een unieke bedreiging voor het bedrijfsmodel van Carmi. Zijn falafel winkel is gebaseerd op vers voedsel en menselijke interactie. Bezorgen is geen optie omdat falafel verondersteld wordt te worden gegeten terwijl het heet is. Bovendien ziet hij zijn baan als meer dan een louter zakelijke transactie. Zijn gezicht licht op als hij praat over klantenservice.
‘Het is niet zoals 30 jaar geleden dat als je een falafel winkel had, de klant zou komen zeggen:’ Maak me falafel! ‘ en je zou geen woord met hem uitwisselen. Vandaag zeg je ‘Hallo, mijn broer’ en je geeft hem een falafel in zijn hand met een glimlach. Het is de wereld waard.’
Carmi heeft zijn zaak weer heropent en houdt zich aan de regels voor sociale afstand. Hij zegt mee te leven met de mensen uit de entertainment industrie, eigenaren van trouwlocaties en andere eigenaren van kleine bedrijven, van wie sommigen de straat op zijn gegaan om te protesteren. ‘We betalen belasting en we verdienen het’, zei hij. ‘Waar betalen we anders een volksverzekering voor?’