Vorige week kreeg ik een telefoontje van iemand die mijn voorlaatste column (te) persoonlijk had opgevat. In die column had ik geschreven dat bij het uiten van kritiek een persoon altijd eerst bij zichtzelf te rade moet gaan of de kritiek bedoeld is tot verbetering van de samenleving of slechts als doel heeft om eigen onzekerheden te verbergen. De persoon aan de andere kant van de lijn had het gevoel dat ik hem bedoelde en nam mij dit kwalijk. Gelukkig heb ik de persoon kunnen geruststellen en verzekeren dat het hem niet betrof en dat ik in mijn column nimmer een specifiek persoon zal benoemen, bedoelen of voor ogen heb. Los hiervan blijf ik bij mijn waarschuwing over het twee keer nadenken voor het uiten van kritiek.
Maar er zit is ook keerzijde aan de medaille. Te vaak gebeurt het dat misstanden wel worden opgemerkt, maar niet benoemd. Soms is dat vanwege een zekere angst, maar vaak ook wordt er gedacht dat het in standhouden van de goede verhoudingen belangrijker is dan misstanden aan de kaak stellen en soms ontbreekt het aan motivatie te benoemen omdat ervan uit wordt gegaan dat dit niet zal leiden tot een daadwerkelijke verbetering.
Hoewel ik best de redenering kan plaatsen dat het zinloos is om problemen te benoemen als je voorziet dat het benoemen geen oplossing zal bieden, toch lijkt het erop dat de Thora, en dus het Jodendom, daar anders tegenaan kijkt.
In onze parasja, en ook elders, wordt er in de Thora gesproken over de doodstraf. Bij het begaan van sommige zonden, zoals bijvoorbeeld moord, heeft de Joodse rechtbank (ten tijde van de Tempel en dus vandaag niet meer van toepassing) de plicht om iemand ter dood te veroordelen. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat het aanleveren van bewijslast in de Joodse wetgeving zo lastig en gecompliceerd is dat het vrijwel onmogelijk was om ooit de doodstraf in praktijk uit te voeren. In de Talmoed (Makot 7a) is er een discussie waar een mening zegt dat de doodstraf op z’n hoogst ééns in de 70 jaar werd uitgevoerd en de tweede mening aangeeft dat de doodstraf überhaupt nooit opgelegd is.
Je zou kunnen redeneren dat omdat de doodstraf in de praktijk vrijwel niet uit te voeren was, het ook niet vermeld had hoeven worden in de Thora. Waarom wordt er aandacht besteed aan irrelevante situaties?
De Thora brengt ons hier een van de kerngedachten van de samenleving. Aan de wieg van een gezonde maatschappij moet de mogelijkheid staan om te benoemen wat goed of fout is. Een samenleving moet een signaal afgeven wat kan en wat niet kan, wat getolereerd mag worden en wat onaanvaardbaar is. Het kan zomaar zijn dat we niet alles in een keer ten goede kunnen veranderen, maar door het benoemen van de problematiek zijn we al halverwege de oplossing.
Sjabbat sjalom!
De Parasja, afdelinging in de Torah die wereldwijd in de synagogen worden gelezen, is deze week: Matot – Masee (Bamidbar 30:2 t/m 36:11. Sjabbat begint 10 juli om 20:05 uur en eindigt op 11 juli om 22:55 uur.