De echte bedreiging voor dit land komt niet vanuit deze onschuldige demonstranten. De grootste bedreiging zijn de mensen die werkelijk geloven dat de huidige situatie het beste is dat Israël kan overkomen. Dat er niets beters kan bestaan dan wat we nu hebben. Dat het nooit mooier zal gaan worden.
Het zijn de cynici die niet geloven in een betere toekomst, die geen probleem hebben met corruptie, die haat en verdeling aanmoedigen of gedogen, die geloven dat liegen en bedriegen synoniem zijn aan stabiel en gedegen leiderschap. Die mensen, die geloven dat we niets beters verdienen dan wat we nu hebben, die niet durven te dromen van vrede en voorspoed, die vormen de grootste bedreiging voor de toekomst.
Als je de krant of sociale media open slaat, krijg je Hongkongse en Venezolaanse taferelen te zien. Demonstranten die hardhandig worden aangepakt door de politie. De minister van Publieke Veiligheid, die zich ontpopt als een havikachtige voorvechter van het regime, roept dat er nog harder tegen demonstranten in moet worden opgetreden.
Critici van de regering worden tijdens deze demonstraties opgepakt. Oud-militairen die het land trouw hebben gediend, zoals ex-generaal Amir Haskel, worden vastgezet. Een demonstrant wordt neergestoken door een medeburger die een andere mening aanhangt, kinderen worden met pepperspray bespoten.
Het lijkt wel Zuid-Amerika maar het gebeurt hier, recht onder mijn neus, in Tel Aviv, Jeruzalem, Sha’ar HaNegev, op Balfour street en snelwegviaducten. Bezorgde burgers die het gebrek aan visie en leiderschap aankaarten, die zich druk maken om een falend corona-beleid, die vraagtekens zetten bij de corruptie van de minister-president, die zich afvragen waarom de economie in duigen ligt, waarom er niets wordt gedaan voor de 25% werklozen, waarom de rechterlijke macht keer op keer wordt omzeild, waarom de Knesset niet wordt geraadpleegd, waarom journalisten die kritiek uiten worden bestempeld als staatsvijanden, waarom de democratische rechtsstaat langzaam maar zeker corrodeert en wegebt.
Wie we zien zijn de demonstranten. Wie we niet zien zijn de tienduizenden Israëliërs die murw zijn geslagen door de politieke en sociale verloedering. De burgers die de energie niet meer hebben om te protesteren omdat het toch geen enkele zin heeft. De burgers die wegkijken bij het nieuws en zich bewust in het ongewisse verkeren. De burgers die hun schouders ophalen en vervolgens in de supermarkt beroofd worden door de prijzen, maar ach, roder blijft toch rood. De vermoeiden die statiegeld verzamelen bij glasbakken omdat ze hun kinderen toch ergens van te eten moeten geven. De burgers die hun zaak na tientallen jaren op slot doen en hun ziel in een goedkope fles wodka zoeken. De olim chadashim die terug gaan naar hun moederlanden omdat ze het leven hier niet meer kunnen betalen of moreel kunnen verantwoorden.
Wat we niet zien zijn de nieuwe daklozen of de vrouwen en kinderen die wilden dat ze konden protesteren omdat ze dan even hun gewelddadige huis kunnen ontvluchten.
De demonstranten met hoop op een betere toekomst die verwoorden en verbeelden wat zo veel van ons denken maar niet meer in geloven. Ze schudden de moedeloosheid van zich af en gebruiken hun stem en lijf om het leiderschap op het matje te roepen. Weggezet als linkse rakkers, anarchisten en extremisten verdedigen ze de oh zo fragiele en afbrokkelende democratie. Bezorgde burgers van alle rangen en standen, hoeders van de wet, links, centrum en rechts, zionistisch en semitisch, met een hart voor het land. Helden zijn het als je het mij vraagt.
Ik doe mijn laptop open en ga door met typen. 700 meter verderop is er een snelwegviaduct. Of ik erheen ga, nee ik ben druk met schrijven. Ik steek mijn kop maar weer in het zand, riskeer niets of niemand en tik vanuit de veiligheid van mijn woonkamer. Misschien dat ik morgen mijn idealisme terugvind, daar op dat viaduct…
Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!