Met een vertraging van een maand is vandaag dan eindelijk in Israël het testen op antilichamen begonnen. De eerste tests worden uitgevoerd in Bnei Brak, een van de hotspots van virus besmettingen.
De tests op antilichamen worden beschouwd als een belangrijk middel om de verspreiding van de ziekte beter in kaart te brengen en het beleid vorm te geven, voorafgaand aan een mogelijke tweede uitbraak van het COVID-19 virus.
De vertrekkende directeur van het ministerie van Volksgezondheid Moshe Bar Siman-Tov had het programma op 5 mei aangekondigd, waarna de verwachting was dat het ook snel zou worden gestart.
Volgens Channel 12 nieuws moet het test programma, wat vandaag in de ultraorthodoxe stad Bnei Brak begint, worden gezien als een proeffase. Bnei Brak was een van de zwaars getroffen steden.
Na deze proeffase zullen de ziekenfondsorganisaties, die de tests gaan afnemen, het programma uitbreiden naar de rest van het land.
De tests op antilichamen komen op het moment dat er in het weekend een sterke stijging is geweest van het aantal COVID-19-gevallen. Dit wekt bezorgdheid op over een heropleving van het virus en een mogelijke tweede golf.
Tests op antilichamen verschillen van de nasale uitstrijkjes die momenteel worden gebruikt om actieve infecties te diagnosticeren. In plaats daarvan zoeken de tests naar bloedeiwitten, antilichamen genaamd, die het lichaam dagen of weken produceert na het bestrijden van een infectie. Een test op antilichamen kan aantonen of de patiënt in het recente verleden COVID-19 had, wat volgens de meeste experts mensen enige bescherming biedt.
Voorlopig zijn tests op antilichamen het meest nuttig voor onderzoekers die proberen te volgen hoe het virus zich in gemeenschappen verspreidt.
Lees hier al het nieuws over het coronavirus.