Ondanks bezuinigingen had de Palestijnse Autoriteit (PA) in mei een tekort van 248 miljoen dollar volgens het ministerie van Financiën van de PA. De Palestijnse premier Mohammad Shtayyeh riep het buitenland op donaties te storten.
Het tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door de weigering van de Palestijnse Autoriteit om de 170 miljoen dollar aan invoer- en uitvoerbelastingen te accepteren die Israël maandelijks aan de PA overmaakt.
Belastinginkomsten die Israël namens de Palestijnen heeft geïnd, vormden altijd een aanzienlijk deel van de begroting van de PA: in 2019 bedroegen ze ongeveer 60% van de totale inkomsten. Sinds het begin van de pandemie in maart is dit aandeel gestegen naar 85% van het budget.
Ook weigerden de PA leiders een lening van Israël te accepteren ter grootte van 230,2 miljoen dollar, dit alles vanwege hun standpunt alle banden met Israël te verbreken in het kader van de annexatieplannen van de Israëlische regering.
De Palestijnse leiders hebben nu besloten de salarissen van overheidspersoneel over maand mei niet te betalen. De maandelijkse toelage aan families van terroristen wordt niet stopgezet.
“We weten dat onze weigering geld uit Israël te ontvangen grote problemen zal veroorzaken, maar we willen Israël daarmee onder druk zetten”, aldus de Palestijnse premier.
Het is niet helemaal duidelijk hoe de weigering geld uit Israël te ontvangen Israël onder druk zal zetten daar de klap door de Palestijnse bevolking moet worden opgevangen. Bovendien is de Palestijnse belastinggrondslag verdwenen, zijn Palestijnse bedrijven gesloten en zit een groot deel van de bevolking werkloos thuis.
Daarnaast zijn buitenlandse donoren in hun eigen land druk bezig met de coronavirus crisis en hebben op dit moment weinig interesse om de onnodige financiële problemen van de Palestijnse Autoriteit op te lossen.