4 mei laat me nog niet los. Dat komt misschien mede omdat ik zelf in de sjoel in Nijmegen mocht spreken. Weliswaar per Zoom maar het was desondanks een grote kawod.
De twee toespraken van de herdenkingsavond blijven door mijn hoofd spelen. Allereerst de toespraak van de koning. Die was heel sterk en zijn referentie aan het gedrag van zijn grootmoeder was zacht gezegd verrassend. De oprechtheid van Willem Alexander overtuigde me echt. Dat is nogal wat voor mij want ik ben allesbehalve koningsgezind en laat dat graag weten.
Een koningshuis is per definitie ondemocratisch. Alle koningshuizen stammen af van roofridderfamilies uit voorbije eeuwen. Wie het grootste kasteel had buitte het beste de horigen op zijn land uit, met die winst werden de huurlingen betaald die op hun beurt weer meer horigen voor hun heer veroverden.
Alle Europese vorstenhuizen zijn gebaseerd op de grote bek en gotspe van hun voorvaderen. We smullen er nog van, het fantasiespektakel Game of Thrones was niet voor niets het grootste TV-succes ooit. Enfin, we hebben nu eenmaal een koningshuis en eerlijk is eerlijk, als er dan toch miljoenen betaald moet worden voor een niet gekozen staatshoofd zijn we met Maxima en Willem Alexander niet bekocht.
Het stel is een verademing na de stijfheid van Beatrix met haar dociele Claus. Om van de koninklijke generaties ervoor maar niet te spreken. Een uitgesproken hekel had ik aan Bernard de onkoosjere. Toen het publicitair nuttig was liet hij zich af en toe vergezellen door Joodse bobo’s. Maar het voormalige lid van de nazipartij was, wanneer de nazi’s wel hadden gewonnen, gegarandeerd General-Haupt-Oberste o.i.d. van Nederland geworden.
Hij hield nogal van uniformen, altijd een slecht teken. En hoewel koningin Juliana door de Joodse gemeenschap op handen werd gedragen waren Joodse kinderen ongewenst op de school waar de prinsesjes les kregen. Niet zo vreemd voor de dochter van een moeder die weliswaar heel moedig na 4 dagen oorlog haar land ontvluchtte, maar toch ook niet veel liefde kon opbrengen voor haar Joodse onderdanen.
Nee dan Willem Alexander. De oorspronkelijk ietwat knullige koorstudent groeide uit tot een echte koning. Daar stond iemand met gezag, om wat hij zei en op de manier waarop hij het zei. De eer die hij Jules Schelvis z.l. gaf was meer dan verdiend. Toevallig waren Sellie en ik aanwezig bij het concert waaraan hij refereerde toen hij Jules Schelvis noemde. De koning is een koning, Jules was een prins. Nathan Boucher schreef op deze site: “Voor nu is hij ook mijn koning.” Eens!
En dan de toespraak van Arno Grunberg. Anders dan medecolumnist Daniel Teeboom vond ik die wel goed. Heel goed zelfs. Ja, ook de gewraakte zin: “als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij.” Ik denk er precies zo over. Toen ik Grunberg dat hoorde zeggen wist ik dat de kritiek niet mals zou zijn. Netjes en terecht zoals van Daniel hierboven, van Rob Hoogland en Trouw-columnist Silvain Ephimenco.
Maar ik wist ook dat Grunberg heel nauwkeurig de pissebedden en wormen beschreef die zijn speech aangrepen om vanonder hun tegels eens lekker (altijd anoniem) tegen het Joodje Grunberg Marokkanenlover (dat stond er echt) onder hun tegels vandaan zouden komen. Daarmee bewezen ze overigens meteen zijn gelijk. Fascisme slaapt niet.
Begrijp me niet verkeerd. Ik heb ook een bloedhekel aan het antisemitische tuig uit de prachtwijken in de grote steden. Ik ben bang voor het salafisme wat er van sommige moskeeën week in – week uit wordt geblèrd. Maar ik kon niet laten om als volgt te reageren op een wél correcte tweet:
En dat meen ik. Grunberg’s toespraak ontroerde me wel degelijk. Later bedacht ik dat die nog sterker geweest zou zijn wanneer hij ook iets had gezegd over het wel degelijk bestaande Islam-fascisme en de Jodenhaat van het gebontkraagde scootertuig. Jammer dus, dat hij dat naliet. Ik denk maar dat je niet alles kunt hebben.