In zijn persconferentie bij het begin van de rechtszaak tegen Netanyahu trok de premier van leer tegen de politie en de ambtenaren van het ministerie van justitie. Procureur generaal Mandelblit liet weten dat “het recht zijn beloop moet hebben.”
De beschuldiging van premier Benjamin Netanyahu dat zijn corruptieproces een door juridische ambtenaren georganiseerde “staatsgreep” is wordt door de procureur generaal verworpen.
Geflankeerd door ministers en parlementsleden van zijn Likud-partij, hield Netanyahu voor de aanvang van de hoorzitting voor de rechtbank in Jeruzalem een live op televisie uitgezonden tirade tegen het justitiële apparaat en de politie in Israël. Daarin verklaarde dat al zijn rechtse aanhangers samen met hem terecht stonden.
‘Elementen van de politie en het openbaar ministerie werkten samen met linkse journalisten om ongegronde zaken tegen mij te verzinnen’, zei hij. “Het doel is om een sterke rechtse premier af te zetten en het rechtse kamp jarenlang te verbannen van de leiding van het land.”
De door Netanyahu benoemde procureur generaal Mandelblit weigerde rechtstreeks te reageren op de reeks directe aanvallen van de premier en zei later op de dag dat de aanklagers “de procedure in deze zaak beheren zoals in elk ander geval – professioneel en alleen voor de rechtbank.”
“Israël is een rechtsstaat”, zei de procureur generaal in een verklaring van het ministerie van Justitie. “Daarom is de rechtbank de enige plaats om de argumenten van de partijen te horen, het bewijs van de vervolging te presenteren en alle argumenten van de verdediging zorgvuldig te evalueren. Daar, en alleen daar, zal het oordeel van de beklaagden worden vastgesteld.”
“We zullen eerlijk blijven werken en volgens het principe dat iedereen volgens de wet gelijk is”, concludeerde hij. ‘Dat is onze plicht tegenover de burgers van Israël.”
Tijdens zijn eerdere toespraak beweerde Netanyahu dat ‘iedereen behalve de Bibi-bende’ het afgelopen jaar probeerde in te grijpen in twee van de drie verkiezingen, om Likud te schaden bij de peilingen. Hij wees op de aanbeveling van de politie om hem te beschuldigen voorafgaand aan de verkiezingen van april 2019 en het besluit van procureur-generaal Avichai Mandelblit om hem voor de laatste verkiezingen in maart aan te klagen.
Ze hebben alles gedaan, zodat ik hier vandaag niet als premier zou staan. Het volk erkent dat dit een politieke coup is die indruist tegen de wil van het volk”, zei hij.
Netanyahu drong er opnieuw op aan om de procedure tegen hem live uit te zenden – een verzoek dat al eerder was afgewezen door de rechters in Jeruzalem. Ook riep hij op om de opnames van Mandelblit in de zogenaamde Harpaz-affaire, waarin de procureur-generaal nooit is aangeklaagd en geen beletsel was indertijd voor Netanyahu om Mandelblit te benoemen, vrij te geven.
Hij suggereerde zelfs dat Mandelblit ‘iets persoonlijks te verbergen’ had en zei dat als het publiek ‘de hele waarheid zou kennen’, de zaak tegen hem uiteen zouden vallen.
Ook de beschuldigingen aan het adres van de door Netanyahu benoemde politiecommissaris, die inmiddels is afgetreden, slaan nergens op.
Netanyahu had gehoopt door Alseich te benoemen zodat er geen onderzoek tegen hem zou plaatsvinden. Dit pakte anders uit, waarna de termijn van de politiecommissaris niet werd verlengd.
Oppositieleider Yair Lapid noemde het optreden van Netanyahu en zijn aanhangers de echte poging tot een staatsgreep.
Volgens Lapid was het “nationale schande” en merkte hij op dat Ohana, als minister van openbare veiligheid, toezicht houdt op wetshandhavingsinstanties en dat het daarom geen pas heeft als minister tegen zijn eigen mensen te gaan demonstreren.