Na een bijzonder regenachtige winter is het Meer van Tiberias in het noorden van Israël op het hoogste niveau in twee decennia, maar de stranden langs de oevers zijn leeg.
Ieder jaar piekt het toerisme in april, wanneer christenen tijdens de paasperiode massaal naar de heilige plaatsen trekken en Israëliërs afdalen naar de stranden en nabijgelegen nationale parken om te genieten van het lenteweer.
Dit jaar gooide het coronavirus roet in het eten met een lockdown. De grenzen zijn gesloten en de bewegingsvrijheid van de Israëliërs is sinds begin maart grotendeels beperkt tot hun huizen.
Terwijl de autoriteiten onlangs langzaam begonnen zijn met het opheffen van de beperkingen, legden ze vorige week een volledige afsluiting op tijdens Onafhankelijkheidsdag. De regelgeving verbiedt iedereen nog steeds om zich op meer dan 100 meter van de eigen woning te begeven voor een niet-essentieel doel.
Waar in voorgaande jaren stranden langs de overs van het meer volgepakt waren met gezinnen die barbecues aanstaken en vuurwerkshows bekeken, naast zwemmen en watersport, is er nu niemand te bekennen.
“Het meer zit vol met water en we zijn erg enthousiast”, zegt Idan Greenbaum, hoofd van de Jordan Valley Regional Council. ‘Helaas is het vanwege het virus leeg.’
Christenen geloven dat Jezus veel gepredikt heeft aan de oevers van het zoetwatermeer en er zelfs over gewandeld heeft. Kerken zijn gebouwd op de locaties waar hij volgens het Nieuwe Testament wonderen heeft verricht en de Bergrede hield.
Voor Israël levert het meer ongeveer 25% van het water van het land en wordt het gezien als een graadmeter voor de nationale gezondheid.
De noordoostelijke oever van het meer grenst aan de Golan. De toegang tot het meer was een belangrijk knelpunt in vredesbesprekingen met Syrië, die in de jaren negentig nergens toe hebben geleid. De VS erkenden vorig jaar de annexatie van de Golanhoogten door Israël en braken met de internationale consensus.
In april 2017 bereikte het meer zijn laagste punt ooit met 212,95 meter onder het zeeniveau. Inmiddels is het water gestegen naar 208,93 meter onder het zeeniveau en is het meer zo goed als vol.
Dat klinkt misschien niet als veel, maar de stijging van het water het heeft het landschap veranderd. Eilanden die de afgelopen jaren zijn verschenen, zijn verdwenen en de droge vegetatie langs de kust staat nu onder water.
Haim Statyahu, de algemeen directeur van het toerisme in Ein Gev, klaagt dat er geen bezoekers zijn om het te zien, maar hij is optimistisch over de toekomst. Hij zegt dat reisgroepen al boekingen maken voor herfst en winter.
‘We zien licht aan het einde van de tunnel’ zegt hij. ‘Het duurt niet meer lang en we zullen de pelgrims zien terugkeren.’