De cyberoorlog tussen Iran en Israël is de afgelopen weken in hevigheid toegenomen. Volgens cyberspecialist Lotem Finkelstein was de tegenaanval van Israël waarbij een grote haven in Iran werd stil gelegd een bescheiden voorbeeld van het Israëlische vermogen om Iran te ontregelen.
Het scheepvaart en transportverkeer in de Iraanse haven Shahid Rajaee werd op 9 Mei compleet ontregeld na een cyberaanval. Volgens buitenlandse bronnen werd de aanval uitgevoerd door Israël. Lotem Finkelstein, hoofd van cyber intelligence bij Check Point, is ervan overtuigd dat dit slechts het topje van de ijsberg was.
De cyberaanval op de Iraanse haven bewijst dat Israël goed bekend is met de infrastructuur en systemen die in Iran worden gebruikt. Het was slechts de bedoeling om een waarschuwing af te geven, in plaats van daadwerkelijk de boel helemaal plat te leggen. “Het was een aanval die een denial of service wordt genoemd, waarbij de havencontroleurs geen controle meer hadden over hun systemen, terwijl er informatie uitlekte en gemanipuleerd werd.”
“Iran werd duidelijk gemaakt dat iemand anders in hun systemen zit en de beslissingen kan nemen. Als de aanval op de kernreactor tien jaar geleden met Stuxnet een atoombom was in de cyberwereld, was dit maar een waarschuwing. De vijandige factor in het systeem verstoorde deze keer de havenactiviteit, maar in de toekomst kunnen het water, elektriciteit en andere systemen zijn”.
Finkelstein schat in dat Israël heeft gekozen voor een minder agressieve aanval die vrijwel geen sporen achterlaat. Dit in tegenstelling tot meer agressieve aanvallen. Hierdoor is het mogelijk om achteraf de verantwoordelijkheid te nemen via buitenlandse bronnen. “Dit is niet de eerste keer dat dit is gedaan, maar het is de eerste keer dat een aanval op burgerinstallaties is gebruikt om de Iraniërs publiekelijk te waarschuwen”.
“Ik zou de Iraanse capaciteiten zeker niet onderschatten”, zegt Finkelstein. “Overheidsinstanties en particuliere bedrijven in Israël moeten weten dat ze het doelwit van een aanval kunnen zijn.”