Over fanatisme zou Winston Churchill gezegd hebben: “Een fanaticus is iemand die niet van gedachten kan veranderen en niet van onderwerp wil veranderen”.
Fanatisme heeft, zeker wanneer dat het Jodendom betreft, positieve aspecten. Dat wij nog bestaan is mede dankzij de religieuze gedrevenheid van onze opa’s en onze oma’s. Doordat zij zich, door de eeuwen heen, vastklampten aan Thora en Traditie, plukken wij nu de vruchten.
De negatieve kant van fanatisme is dat vaak de bijzaak verheven wordt tot hoofdzaak, dat het absoluut een beknellend gevoel kan geven en dat het soms intolerantie jegens anderen oproept. Los hiervan kunnen we constateren dat fanatieke denkbeelden in veel gevallen uiteindelijk niet standhouden.
Wanneer er in onze parasja wordt gesproken over mensen die “een afkeer hebben voor mijn rechtsvoorschriften” (Leviticus 26:15) verklaart Rasji dat deze afkeer niet zozeer de rechtsvoorschriften betreft, maar vooral en bovenal een afkeer richting diegene die zich aan de rechtsvoorschriften houden – de fanatici. Hij legt uit dat tolerantie makkelijk is wanneer mensen zowel fysiek als maatschappelijk op afstand staan. Maar indien een persoon er bijna dezelfde ideologie en bijna hetzelfde normensysteem op nahoudt, maar dus net een klein beetje anders, dan neigen we er al snel toe om hem te bestempelen als een (religieuze) fanaticus in de negatieve zin van het woord.
Kritiek is positief, noodzakelijk en constructief. Het zou echter wel handig zijn indien wij, voordat wij de kritiek uitspreken, bij onszelf te rade gaan of deze kritiek op de ander voortkomt uit ons eigen oprechte verlangen tot verbetering of dat het slechts een verbloeming is van onze eigen tekortkomingen en dus ter versterking van onze ego..
Fanatici of niet, het zijn wel onze fanatici!
De Parasja, afdeling in de Torah die wereldwijd in de synagogen zou worden gelezen, is deze week: Behar- Bechukotai ( Leviticus 25:01 t/m 27:34). Sjabbat begint 15 mei tussen 19:45 uur en 21:05 uur en eindigt op 16 mei om 22:31 uur