Bij de Iraanse cyberaanval op Israëlische waterinfrastructuur van 24 en 25 april zijn zes faciliteiten getroffen. Sommige systemen raakten enigszins ontregeld, maar grote verstoringen deden zich niet voor.
Volgens de Israel Water Authority werd bij een van de faciliteiten een “onregelmatigheid als gevolg van een ongeplande wijziging van gegevens” geregistreerd. Op een ander station sloeg een pomp op hol, wat de operators ertoe aanzette de automatische modus uit te schakelen.
De Iraanse hackers slaagden er in om het besturingssysteem op een van de waterzuiveringsinstallaties over te nemen en wijzigingen aan te brengen. Ook slaagden de hackers erin om informatie bij één installatie uit te wissen. Hier was een backup van en de data werd hersteld.
Het waterschap besloot na de cyberaanval alle wachtwoorden van alle systemen te wijzigen. Met name de besturingssystemen die verantwoordelijk zijn voor de toevoeging van chloor aan het drinkwater.
Geen van de incidenten veroorzaakte schade in de watervoorziening of het afvalwaterbeheer, aldus de cybersecurity chef van de Water Authority.
Naar aanleiding van deze cyberaanval heeft Israël volgens de Washington Post op 9 mei een cyberaanval op een Iraanse haven uitgevoerd, waarbij alle computersystemen werden uitgeschakeld en de haven enkele dagen ontregeld was.