In de Turkse stad Izmir werden donderdag de omroepsystemen van verschillende moskeeën gekaapt. Het Italiaanse strijdlied Bella Ciao, dat in de Tweede Wereldoorlog veel werd gezongen, galmde vanuit de minaretten door de straten.
Bovenstaande, op de webpagina van de Telegraaf vanochtend, trok mijn aandacht. Dit lied, dat recent aan populariteit gewonnen heeft door de serie La Casa de papel, is ook in Joodse kringen nogal populair. Zo wordt menigmaal, in de prachtige sjoel aan de Obrechtstraat, het Kadiesj-gebed op deze melodie voorgezongen.
Dat deze melodie naar alle waarschijnlijkheid afkomstig is van het Yiddische lied ‘Koilen’ van de componist Mischa Ziganof, zal velen onbekend zijn.
In de parasja lezen we over de telling van het Joodse volk. Mannen van twintig jaar en ouder ‘telden mee’ en vervolgens omschrijft de Thora gedetailleerd, per stam, het resultaat van deze volkstelling.
Althans, zo gebeurde het bij bijna alle stammen. Bijna alle stammen, want bij de stam Levie werd er niet geteld vanaf twintig jaar, maar vanaf de eerste maand na de geboorte. De reden hiervoor was dat bij de reguliere volkstelling uitsluitend werd gekeken naar de dienstplichtigen en dus vanaf twintig jaar. Voor hun twintigste waren ze nog helemaal geen soldaat en hadden ze ook geen enkele band met het leger, niet fysiek en niet geestelijk.
Bij de Levieten lag het echter anders. Zij waren niet dienstplichtig, want hun taak lag in de Tempel. En om in de Tempel te kunnen dienen was er geestelijke voorbereiding nodig, spirituele vorming, die reeds op heel jonge leeftijd moest beginnen. En dus bij hen, de telling vanaf de eerste maand.
Dat de Levieten de Tempeldienst toebedeeld kregen was omdat bij het dienen van het gouden kalf, dat gepaard ging met moord en verkrachtingspartijen, zij de enigen waren die daartegen in opstand kwamen. Er waren velen die weigerden deel te nemen aan de verschrikkingen, maar hun niet-deelnemen, beperkte zich tot het aan de zijlijn staan. Zij keken toe, vol afschuw, maar van een daadwerkelijk optreden tegen het immorele en slechte gedrag was geen sprake. Ze hielden hun eigen straatje braaf schoon maar lieten zelfs verbaal hun afkeuring niet blijken. Ze behoorden tot de zogenaamde “zwijgende meerderheid”.
De Levieten waren de enigen die wel zichtbaar stelling namen. Zij waren als
enigen bereid om een impopulaire positie in te nemen en daar ook zichtbaar voor te staan en te strijden. Daarmee hebben zij leiderschap getoond, met als logisch resultaat dat het priesterschap, en daarmee het daadwerkelijk leiderschap van het Joodse volk, hun verantwoordelijkheid zou worden, of beter gezegd: zou blijven.
Geen idee wat de drijfveer van de eerdergenoemde omroep-systeem-hackers was.
Ook heb ik mijn twijfels of het verstandig was om een gebedshuis te gebruiken voor politieke doeleinden. Maar het waren wel mensen die duidelijk niet tot een zwijgende meerderheid wilden behoren en hun mening letterlijk versterkt door de straten lieten klinken. Zeker vanuit bovenvermelde verklaring van deze parasja, voel ik toch bewondering voor deze lawaaischoppers.
Sjabbat sjalom
De Parasja, afdeling in de Torah die wereldwijd in de synagogen zou worden gelezen, is deze week: Bamidbar (Numeri 1: 1 t/m 4:20). Sjabbat begint 22 mei tussen 19:49 uur en 21:22 uur en eindigt op 23 mei om 22:45 uur.