Aantal joden statistisch te miniem maar antisemitisme significant in Nederlands discriminatiegevoel

Aanslag op Koosjer restaurant HaCarmel. Screenshot YouTube

Het hoofdredactioneel commentaar van de Volkskrant op 5 mei, 75 jaar Bevrijdingsdag, opende met “Het Derde Rijk is dood en begraven. Maar dit geldt niet voor het antisemitisme.” Joden scoren hoog op de stigmatiseringsladder en het aantal antisemitische incidenten in relatie tot de omvang van de Joodse bevolkingsgroep in Nederland is verontrustend. Die conclusies zijn – als je goed zoekt – te vinden in een onlangs verschenen rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) over discriminatie van bevolkingsgroepen.

Het SCP deed in 2018 onderzoek naar de mate waarin inwoners van Nederland discriminatie zelf ervaren. Het rapport Ervaren discriminatie in Nederland II dat op 2 april verscheen is opgesteld op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Het onderzoek focust op de vraag in welke mate mensen van bepaalde groepen discriminatie ervaren. De onderzoekers merken op dat het aantal joden in Nederland statistisch te klein is om in het onderzoek mee te nemen. Het gaat om maximaal 50.000 mensen die joods zijn naar de maatstaven van het jodendom of zichzelf als joods beschouwen.

De mate aan ervaren discriminatie valt dus voor wat betreft de joodse bevolkingsgroep op basis van het eigen SCP-onderzoek niet vast te stellen. Daarom worden andere onderzoeken aangehaald, waaronder het antisemitisme-onderzoek van het Fundamental Rights Agency (FRA) van de Europese Unie dat ook in 2018 is verricht. Discriminatie tegen joden in verschillende Europese lidstaten wordt in het FRA-rapport in kaart gebracht. Het onderzoek in Nederland werd uitgevoerd onder iets meer dan duizend personen die zichzelf als joods beschouwen. Van hen gaf 35 procent aan te maken te hebben gehad met een vorm van negatieve bejegening of verbale bedreiging in verband met hun joodse identiteit.

Veertig keer zo vaak

Het SCP-rapport Ervaren discriminatie II verwijst niet alleen naar het FRA-onderzoek waaruit blijkt dat 35 procent van de respondenten aangeeft in 2018 te maken te hebben gehad met antisemitisme, maar ook naar registraties die de politie bijhoudt van discriminatie.

De politie registreerde in 2018 275 keer (2017: 284) een melding of aangifte van discriminatie op grond van antisemitisme. Het aantal aangiften in verband met discriminatie op grond van moslimhaat bedroeg 137 (2017: 192). Dit was respectievelijk acht en vier procent van het totale aantal politieregistraties vanwege discriminatie. Dat op zich is al een schokkende conclusie; twee keer zo vaak aangifte van discriminatie met een antisemitisch karakter dan met een karakter van moslimhaat. Wie de aantallen joden en moslims in Nederland naast elkaar legt, ziet dat er veertig keer zo vaak discriminatie met een antisemitisch karakter wordt geregistreerd dan met een karakter van moslimhaat. Aron Vrieler, antisemitisme-onderzoeker bij het CIDI: “antisemitisme is een probleem van de samenleving. Dit is volledig buiten proportie. Er is veel meer antisemitisme dan dat er Joden zijn.” Tegelijkertijd wijst hij er op ook dat je niet moet zeggen dat discriminatie oké is als het proportioneel zou zijn in relatie tor het aantal joden of ten opzichte van de grootte van een andere groep gediscrimineerden.

Stigmatiseringsladder

Een van de belangrijkste figuren in het rapport van het SCP is figuur S.11.1 Mate van ervaren negatieve bejegening en ongelijke behandeling, naar groep, totale Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder (in procenten). Daarin komen onder meer de volgende groepen en percentages daarvan voor: ouderen (6), christenen (18), vrouwen (22), lhb-personen (25), moslims (44), Surinaamse (42), Antilliaanse (43),Turkse (46) en Marokkaanse (50) Nederlanders. Dus zes procent van de oudere respondenten zegt in 2018 te maken te hebben gehad met een negatieve bejegening of ongelijke behandeling vanwege het feit dat ze oudere zijn. Deze rangorde laat zich volgens het SCP ook lezen als een stigmatiseringsladder. In welke mate voelen leden van een bepaalde bevolkingsgroep zich negatief bejegend of ongelijk behandeld. Omdat er door het SCP geen eigen onderzoek naar is gedaan, komen joden in deze grafiek en op deze stigmatiseringsladder niet voor. Vrieler: “Het SCP had niettemin z’n best moeten doen om toch op de een of andere manier het antisemitisme mee te nemen in het onderzoek en in deze grafiek een plaats te geven.”

Een oordeel over in welke mate joden discriminatie ervaren wordt achterwege gelaten. Toch is daar in het rapport wel iets over opgenomen. Weggestopt in een noot concludeert het SCP: “Geprojecteerd op het assenstelsel van figuur 11.1 komt deze groep rechtsboven in de figuur uit, nabij andere groepen die veel discriminatie ervaren.”

Perceptie

Het SCP zegt ook iets over de perceptie van de bevolkingsgroepen Marokkaanse en Turkse Nederlanders en moslims rechtsboven op het assenstelsel van figuur 11.1. die elkaar ook deels sterk overlappen. “Zij hebben veel te maken met zowel negatieve bejegening als ongelijke behandeling. In de Nederlandse samenleving zijn zij sterk gestigmatiseerd en worden ze door een deel van de meerderheidsgroep als bedreigend ervaren. De dreiging heeft met name een culturele interpretatie, zoals een gepercipieerde botsing van waarden of de angst om een bepaalde culturele identiteit of manier van leven te verliezen.”

Als antisemitisme zich ook rechts in het assenstelsel van figuur 11.1 bevindt dan lijkt het erop dat de perceptie ook voor joden geldt. Een andere verklaring is in het SCP-rapport niet te vinden. Ze worden gestigmatiseerd en als bedreigend ervaren.

Ontnuchtering

Met het aandeel van acht procent in de politiecijfers vormt antisemitisme een verontrustend groot deel van de discriminatiegevoelens die de Nederlandse samenleving koestert. In de mate dat Nederland discrimineert, heeft dit voor acht procent een antisemitisch karakter, en voor 92 procent voor alle andere vormen van discriminatie samen, variërend van ouderen, jongeren en christenen tot Surinaamse Nederlanders, lbt-ers en moslims. Vrieler: “De aanpak en bestrijding van antisemitisme mag niet blijven bij de inzet van Joden, het moet ook sterk de inzet van de overheid en van de samenleving zelf zijn.”

Het Volkskrant-commentaar stelt op Bevrijdingsdag vast dat het antisemitisme niet met het Derde Rijk ten onder is gegaan: “Misschien is dat welk de grootste ontnuchtering na 75 jaar herdenken.”

Advertentie (4)