Yotam Polizer heeft meer dan 250.000 mensen over de hele wereld geholpen na door de mens veroorzaakte rampen en natuurrampen, zoals bijvoorbeeld tijdens de ebola-uitbraak in 2014.
Toch heeft de CEO van Israëls grootste niet-gouvernementele humanitaire hulporganisatie, IsraAID, die dacht dat hij alle rampen die zich zouden kunnen voordoen wel had gezien, nooit zoiets gezien als de huidige COVID-19-pandemie.
“Er zijn zoveel vraagtekens”, vertelt Polizer, die zoals miljoenen anderen over de hele wereld op dit moment vanuit huis werkt, aan ISRAEL21C. “Bij IsraAID zijn we gewend aan onzekerheid en het onverwachte, maar hier is het op een heel ander niveau.”
Alle internationale hulporganisaties worstelen om het welzijn van werknemers in evenwicht te brengen met dat van de mensen die ze hulp bieden.
“De snel evoluerende uitbraak zet hulpgroepen ertoe aan nieuwe plannen te maken in gemeenschappen die al met langlopende crises kampen – en dwingt hen opnieuw na te denken over hoe de sector werkt wanneer de middelen op wereldschaal worden uitgerekt”, aldus The New Humanitarian, een onafhankelijk persbureau.
IsraAID heeft 250 betaalde medewerkers en 6.000 geregistreerde vrijwilligers op oproepbasis. De meeste zijn Israëlisch en ongeveer 1.000 Amerikanen, plus verschillende mensen uit andere landen.
Hulp groepen van Israëli’s, mensen uit andere landen en lokale bewoners leiden actieve IsraAID-missies in 13 landen. De organisatie reageert ook regelmatig op speciale behoeften in landen buiten die haar lopende werkgebieden vallen.
In februari hielp IsraAID bij het organiseren van twee spoedzendingen van beschermende kledingstukken naar Chinese gezondheidswerkers en bood begin maart aan hen en aan Zuid-Koreaanse zorgteams webinars aan onder de naam ‘Helping the Helpers‘.
Nu geeft IsraAID, op verzoek van partners van de joodse gemeenschap in Italië en de Verenigde Staten, webinars over stress management, veerkracht van de gemeenschap en psychologische eerste hulp aan professionals in de geestelijke gezondheidszorg, die te maken hebben met de coronavirus-pandemie in die landen.
Een heel nieuw spelplan
“In eerste instantie was het onduidelijk hoe en wanneer het virus zich over de rest van de wereld zou verspreiden”, zegt Polizer.
“Veel van ons normale werk gaat over volksgezondheid en ziektepreventie. We hebben onze medewerkers vertelt om door te gaan met wat ze doen, maar ook om op de hoogte te zijn van wat er gaat komen en voorzichtig te zijn, terwijl ze gemeenschappen voorlichten over het minimaliseren van risico’s.
“Begin maart was het duidelijk dat het coronavirus overal zou komen en we hadden een heel nieuw speelveld nodig. In de afgelopen twee weken hebben we bevestigde COVID-19-gevallen gezien in alle landen waar we actief zijn.”
Op basis van professionele beoordelingen van gezondheids- en veiligheidsrisico’s in elk werkland, werd voor elke locatie een response-plan opgesteld. Ze zijn onderhevig aan verandering als de situatie snel veranderd.
Tot nu toe zijn ongeveer een dozijn internationale IsraAID-medewerkers of vrijwilligers geëvacueerd naar hun thuisland, omdat ze waren gestationeerd op plaatsen met beperkte gezondheidsvoorzieningen, zoals Dominica en Mozambique, of op plaatsen waar de grenzen werden gesloten.
“We moeten de veiligheid van het personeel jongleren door creatieve manieren te vinden om kwetsbare gemeenschappen te blijven dienen”, zegt Polizer.
Moeilijke situaties in Kenia en Griekenland
Elke IsraAID-missie heeft nog steeds personeel op de grond, soms 40 of 50 mensen, inclusief uit de lokale bevolking.
“Eerlijk gezegd is het in sommige landen niet eenvoudig om effectief te zijn als we niet ter plaatse diensten verlenen”, zegt Polizer.
“Een van onze grootste zorgen is nu Kenia. In het vluchtelingenkamp van 200.000 personen waar we actief zijn, zijn er vier bevestigde COVID-19 gevallen. We zijn erg bezorgd dat we zouden kunnen zien dat kinderen het virus niet overleven, omdat ondervoeding een grote risicofactor is.”
In Griekenland zijn beide faciliteiten, beheerd door IsraAID met partners – een school in het vluchtelingenkamp op Lesbos en een gemeenschapscentrum voor 100 mensen in Sindos – op last van de overheid gesloten.
Sarah Danby, Country Director van IsraAID, zei dat haar team technologie gebruikt om programma’s en gemeenschappen op de hoogte te houden.
“Omdat we de gemeenschap niet willen verlaten, zijn onze medewerkers bezig onze activiteiten om te zetten in een e-learning programma, dat gemakkelijk toegankelijk is voor al onze gemeenschapsleden en de bredere vluchtelingenbevolking”, meldt Danby.
Polizer vertelt ISRAEL21c dat hij aangenaam verrast is over hoe goed online programma’s voor gemeenschappen en personeel is gelukt.
“Ons team is echt opgevoerd en heeft relevante en verbazingwekkende materialen ontwikkeld voor webinars met betrekking tot coronavirus”, zegt hij.
“We hebben een zeer krachtige online training gehad voor 54 medewerkers die te maken hebben met vluchtelingen en kwetsbare gemeenschappen in alle landen waar we actief zijn.”
IsraAID kan troost vinden in de wetenschap dat het niet de enige is. Internationale humanitaire hulporganisaties over de hele wereld evalueren hun activiteiten opnieuw.
Organisaties zoals het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties, Catholic Relief Services en CARE International, melden dat stafleden alleen naar de meest kritieke missies reizen. Ze zijn allemaal op zoek naar andere manieren om mensen te blijven helpen die van hen afhankelijk zijn.
IsraAID heeft contact met humanitaire partnerorganisaties zoals het American Jewish Joint Distribution Committee (JDC) en de door Israël geleide Nala Foundation, die zich inzet voor het uitroeien van armoede-ziekten in Ethiopië.
“We moeten de gemeenschappen blijven ondersteunen waarvan we weten dat ze het meest kwetsbaar zijn in de wereld, en tegerlijkertijd proberen de verspreiding van het coronavirus in te dammen”, concludeert Polizer.