Gisteren raakte ik nogal in paniek. Anders dan andere jaren zullen er, zoals u begrijpt, dit jaar geen gasten aanwezig zijn bij onze seideravond. De afgelopen jaren was ik gedurende de Seideravond druk bezig met de organisatie en met het inspireren van zo’n tweehonderd Joodse studenten en young professionals. Ik had daarom nauwelijks tijd om me af te vragen wat de matze, de maror, het Pesachverhaal en überhaupt het concept vrijheid voor mijzelf betekent. Dit jaar zullen mijn echtgenote en ik aan tafel zitten met onze vier lieve kleine kinderen en voor het eerst word ik dus, veel meer dan andere jaren, geconfronteerd met de vraag welke betekenis de Seideravond ook voor mijzelf heeft.
En terwijl ik 598 Seiderpakketjes (Seider-kits die het de mensen makkelijker moet maken om in eigen huis ook de seideravond te vieren) aan het inpakken was dacht ik na over de vier zonen zoals die in de hagada vermeld staan.
1) De chacham – de wijze zoon
2) De rasja – de slechte
3) De tam – de eenvoudige
4) De sje’eno jode’al lisj’ol – het kind dat nog niet kan vragen
In de hagada wordt verteld dat ieder kind zijn eigen benadering nodig heeft. Zo staat er bij de rasja, de slechterik, dat wij hem de tanden uit zijn mond moeten slaan om hem vervolgens te vertellen dat hij niet bevrijd zou worden uit de Egyptische slavernij.
Maar neem me even niet kwalijk! Is dit de pedagogisch benadering van het Jodendom? Het kind is rebels en we slaan hem de tanden uit zijn mond? Waar is onze warmte en liefde gebleven? Al onze kinderen moeten we toch omarmen en respecteren, ook als dat kind een richting heeft gekozen die anders is dan wat wij hem hadden toegewenst?
De betekenis is echter het volgende: de vier zonen zoals die worden omschreven in de hagada bestaan niet. Wat wel bestaat is dat ieder kind en ieder mens deze vier eigenschappen in zich heeft. Ieder individu is soms goed, soms slecht of opstandig, soms simpel en soms weet hij überhaupt niet waar het over gaat.
De aanpak van de rasja leert ons het volgende: Als mijn kind naar mij toekomt en zegt over zichzelf: “Ik ben een rasja, ik ben slecht want x, y of z en dus plaats ik mijzelf buiten de maatschappij, ik geef de moed op, ik ga het niet eens meer proberen”, dan moet ik hem hard aanpakken en hem als het ware de tanden uit zijn mond slaan.
Wat ik hem moet aangeven is dat met zo’n attitude we Egypte niet hadden kunnen verlaten. Als we blijven kijken naar onze tekortkomingen en onszelf niet genoeg waarderen, alles zwart zien, dan blijven we slaven.
Ik moet hem duidelijk zien te maken dat net zoals tanden maar een heel klein onderdeel vormen van de mens in zijn totaliteit (ja, wel heel zichtbaar, maar in verhouding echt maar een klein deel), zo is zijn negatief zelfbeeld niet wie hij in essentie is en is er dus geen reden voor hem om daardoor in een depressie te geraken. We zijn allemaal goed, allemaal slecht, allemaal onschuldig en soms allemaal een beetje dom.
Vrijheid betekent: kunnen leven met jezelf en ondanks je (eventuele) tekortkomingen toch trots zijn en jezelf in de spiegel durven zien om altijd vooruit te gaan, te stijgen op de spirituele ladder.
Misschien dat het me toch gaat lukken om er een inspirerende seider van te maken, op z’n minst voor mezelf!
Sjabbat Sjalom en een Koosjere Pesach!
De Parasja, afdeling in de Torah die wereldwijd (dit keer niet in de synagogen) wordt gelezen, is deze week: Tsav (Leviticus 6:1 t/m 8:36). Sjabbat begint 3 april om 18:55 uur en eindigt op 4 april om 21:07 uur. Pesach