Mijn bet-bet-overgrootvader Salomon Fransman was een analfabete havenarbeider die met vrouw en acht(!) kinderen op een eenkamerwoning in het toenmalige Uilenburg woonde. Ik denk dat hij te veel aan zijn hoofd had om orthodox te zijn, maar veel keus had hij niet. De rabbijnen in de Joodse buurt van Amsterdam bepaalden min of meer het dagelijkse leven van de arme bevolking. Daar klaagde niemand over. Voor zijn zoon werd dat anders. Die leerde het nobele vak van diamantbewerking en daarmee leerde hij de arbeidersbeweging kennen. Zowel mijn betovergrootvader als mijn grootvader waren lid van de in 1894 opgerichte diamantwerkersbond. Ook mijn ouders, in de Dertiger Jaren best bevoorrecht, waren van jongs af aan lid van de SDAP, de voorloper van de latere PvdA. Na de oorlog stemde alle overlevende familieleden trouw PvdA. In de loop van de jaren veranderde dat. Mijn partij is het al lang niet meer.
Maar toch, na alles wat is misgegaan onder de zoveelste regering Rutte, zou ik best op de door en door integere Lodewijk Asscher willen stemmen. Zaterdag deelde hij het PvdA-congres mee dat hij graag weer lijsttrekker wil worden. De aanwezigen begroetten dat met veel applaus.
Ik was nog nooit op een partijcongres want ik was nog nooit lid van een partij. Maar van partijcongressen wordt op de TV uitgebreid verslag gedaan en daarom kan ik me goed voorstellen hoe het daar toegaat. Vooraan in de zaal zitten de Kamerleden en de voorzitter. De eerste rijen worden gevuld met de partijtijgers en in de rest van de zaal zitten leden die de kans aangrijpen om ook eens gehoord worden. Zinloos want de aanwezigen op de eerste rij hebben geen enkele intentie om de prima ideeën van het zeer gewaardeerde lid uit de verre provincie uit te voeren. De bobo’s gaan aan het eind van de dag gezellig met de leden op de foto om daarna zo vlug mogelijk naar huis naar huis te gaan. ‘Volgende week weer echte politiek bedrijven,’ denken ze.
Op een congres van de PvdA zijn altijd leden die precies weten hoe het verder moet in het Midden-Oosten. Vanuit de Nederlandse provincie is het duidelijk dat er maar één schuld heeft aan de situatie daar en dat is Israël. Ook op het congres van vorige week natuurlijk. Het ging over de al in 2017 door het Europarlement aangenomen IHRA-definitie. Die definieert het onderscheid tussen (gerechtvaardigde) kritiek op Israël enerzijds en antisemitische vooroordelen over Joden anderzijds. Na ruim 4 jaar eindeloos geouwehoer heeft ons parlement die definitie , als laatste in de EU, overgenomen. Uiteraard met tegenstemmen van Groen Links en de SP, niets nieuws onder hun zon. ‘Klaar, eindelijk,’ zou men denken. Maar nee hoor.
Wakkere (niet geheel kosjere) congresbezoekers lieten weten dat zij vinden dat de PvdA alsnog afstand neemt van de IHRA-definitie. Alle kritiek op Israël, hoe eenzijdig en ongefundeerd ook, hoe antisemitisch vaak ook, moet volgens die fijne PvdA-leden kunnen. Hun voorstel werd met 94% van de stemmen aangenomen. Slechts 6% van de aanwezigen stemden tegen. De laatsten der rechtvaardigen kennelijk.
Zo’n congres kan zoveel willen. De PvdA gaat in de Tweede Kamer heus geen afstand nemen van de IHRA-definitie. Maar Asscher had natuurlijk moeten zeggen dat hij stante pede vertrok na die idiote stemming. “Zoek maar een andere lijsttrekker!” Helaas bleef hij muisstil. Nogmaals, Lodewijk Asscher is een aardige integere man. Maar zijn partij deugt niet. Jammer!