De strijd tegen antisemitisme heeft een daadkrachtig politiek middenveld nodig

Ter illustratie. Screenshot YouTube

In 2014 schreef ik voor Jonet.nl een column met de titel: ‘Het is 1938!’. Aanleiding was destijds een hoge toename van antisemitische meldingen. Het onderhuids antisemitisme komt boven drijven en daar moeten we een halt toe roepen, was de boodschap. Deze column was gericht aan de Nederlandse politici. Wat in de samenleving al sterk voelbaar werd, leek nog niet door te zijn gedrongen tot de kamertjes in politiek Den Haag. Op 17 februari jongstleden publiceerde het CIDI de Monitor Antisemitische Incidenten 2019. Het aantal gevallen van anti-Joodse discriminatie nam vorig jaar explosief toe. Lopen onze parlementariërs achter de feiten aan?

In 2019 registreerde het CIDI 182 antisemitische incidenten (exclusief online antisemitisme). Het is een pijnlijk record voor een kleine Joodse gemeenschap in Nederland die bestaat uit dertig duizend Joden. Vorige week publiceerde de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) een uitgebreide dataset over haatincidenten het OVSE-gebied in 2018. In de OVSE gegevens is antisemitisme met 34% van de gerapporteerde incidenten de meest voorkomende vorm van haatincidenten. Incidenten met een racistisch motief tegen moslims of christenen liggen rond de 10%. Antisemitisme is een grote uitdaging, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. 

Antisemitisme is als een sirene. Je weet dat er onheil wacht; voor Joden en niet-Joden

Antisemitisme is als een sirene. Je weet dat er onheil wacht; voor Joden en niet-Joden. Dat de sirene loeit moge duidelijk zijn met de carnavalsoptochten in Belgische Aalst en in het Spaanse Campo de Criptana, waar de Jood wordt afgebeeld als een insect en de nazi wordt verheerlijkt. Iedereen met een beetje historisch besef ziet de vergelijking met de Duitse carnavalsoptochten in de jaren dertig van de vorige eeuw. Het hierdoor aanwakkeren van het anti-Joodse sentiment leidde mede tot de vernietiging en de moord op zes miljoen Joden. 

Een dag na de publicatie van Monitor Antisemitische Incidenten 2019 werden scherpe mondelinge vragen aan minister van Justitie en Veiligheid Fred Grapperhaus gesteld. Het Nederlandse parlement is verbaasd over de toename van antisemitische incidenten. “Heeft de aanpak van de minister wel succes nu het aantal incidenten lijkt te zijn gestegen?” Zes jaar na data van mijn column beloofde Minister Grapperhaus antisemitisme “helemaal klein te krijgen”. Kan het tij nog gekeerd worden? In Amsterdam staat de Joodse school het Cheider. Het is een zwaar bewaakt fort, hoog omheind met prikkeldraad. Maar met het bouwen van een fort bestrijdt je geen antisemitisme. De Joodse gemeenschap in Nederland vraagt al jaren om een coördinator bestrijding antisemitisme en meer aandacht voor de Holocaust in het onderwijssysteem. Europees Joodse organisaties vragen de Europese Unie om een Europese taskforce. Ons democratisch stelsel behoort een minderheid te beschermen.

Joden voelen zich in Nederland en Europa bedreigd en dat zou voor iedereen onacceptabel moeten zijn.

Joden voelen zich in Nederland en Europa bedreigd en dat zou voor iedereen onacceptabel moeten zijn. Er is geen massale verontwaardiging. Er was geen groots politiek statement. In november 2018 lag de kans om zich groots uit te spreken binnen handbereik om als individuele parlementariërs collectief achter de IHRA-definitie te gaan staan. Het Europees Parlement nam anderhalf jaar ervoor deze belangrijke resolutie aan over de bestrijding van antisemitisme aan. “NEE tegen antisemitisme!” had eenduidig kunnen luidden in de Tweede Kamer. In plaats daarvan werd de IHRA-definitie gekaapt door de tegenstelling tussen politiek links en politiek rechts en werd hiermee polarisatie en politiek opportunisme aangesterkt. Het politieke midden toonde zich zwak en besluiteloos. Partijpolitiek boven de bescherming van een minderheid. Politiek scoren boven het landsbelang. Erken deze problematiek en maak duidelijk dat onze samenleving een gemeenschap vormt, die zich afgrenst van extremisten, zowel van jihadisten als van neonazi’s en extreemlinks. Weinigen gaan betekenisvolle relaties buiten die identiteit aan terwijl het juist dat is wat nodig is. Weerstand moet worden overwonnen door toenadering te zoeken tot mensen uit andere tradities en met andere overtuigingen. 

Wat we nodig hebben is een daadkrachtig politiek middenveld met lef om te verbinden en samen te werken. Een middenveld dat ook overeenkomsten aan de linker en rechterzijde op durft te zoeken. Besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen. Werkelijke consensus. Zonder te polderen. Een voorbeeldfunctie voor de maatschappij. Dit vergt een instelling van luisteren, leren en daadkracht. Want de sirene loeit voor ons allen. Antisemitisme is de “kanarie in de kolenmijn van haat”. Het ondermijnt de bestrijding van alle andere vormen van intolerantie.

Brigitte Wielheesen is Internationaal strategisch adviseur Public Affairs en Public Relations. Zij studeerde Journalistiek en Voorlichting, Politieke wetenschappen, gespecialiseerd in Internationale Relaties, Counterterrorisme en Technologie. Zij werkt voor overheden en NGO’s. 

Advertentie (4)