Na de eerste uitzending van ‘Het Israël van Heertje en Bromet’ schreef ik een nogal kritisch stukje. Ongemakkelijk heette dat en dat beschreef precies wat ik ervan vond. Maar in dat stuk citeerde ik een zin van Raoul verkeerd en dat liet hij me weten. Hij had gelijk, mijn citaat was fout. Ik mailde hem mijn excuses en daarop volgde een aardige mail wisseling tussen Raoul en mezelf. Desondanks bleef ik sceptisch over de benadering van Heertje en Bromet maar ik besloot me van commentaar te onthouden tot ik de hele serie had gezien had. Vooral omdat Raoul me verzekerde dat (quote): “Frans houdt, net als ik, ontstellend veel van Israël en voelt zich in alle opzichten bijzonder betrokken bij haar inwoners en haar bestaan.”
Inmiddels heb ik alle acht afleveringen gezien. Niet altijd voor mijn genoegen. Vaak keek ik met gekromde tenen en vloekte tegen mijn televisie. Als beide heren dan Israël zo hartstochtelijk liefhebben, waarom wordt dan steeds de nadruk gelegd op alles wat negatief is in dat land? En waarom is er niet of nauwelijks iets te zien van wat er wel positief is? In al die uren televisie was weinig positief. Zo weinig dat ik me afvroeg of de serie gefinancierd werd door EAJG of het The Rights Forum van Van Agt. Ik weet dat dat niet zo is. De serie is gemaakt in opdracht van de NTR. Nu heb ik de NTR zelden op liefde voor het land Israël kunnen betrappen.
Even ter verduidelijking: de beelden zijn niet gemanipuleerd. Bromet filmde hele nare en hele rare mensen in Israël. Die zijn er zat. Net zoals dat er in Nederland, de USA en pakweg Zimbabwe hele nare en rare mensen zijn. Maar die mensen zijn niet bepalend voor de bevolking van hun land. Waarom werd dan in de serie net gedaan of dat wel zo was?
In deel 2 spreekt Raoul een gek die DNA-gegevens gebruikt om te zien of iemand Joods is. Je reinste rassentheorie. Desondanks werken de heren mee aan die test. Waarom? Raoul verneemt dat hij 100% Asjkenazisch is. Zijn reactie: “ik ben de Volendammer onder de Joden, maar ik heb meer met Volendammers dan met Joden”. Leuk? Geestig?
In Massada moet er geklommen worden. Raoul puffend: “Joden zijn geen lopers, nou ja buffetlopers.” Misschien had Raoul als hij wel in Israël was gebleven in het leger geleerd dat Israëliërs lopen kunnen. Wel 40 kilometer met volle bepakking in de woestijn. Dan gaat het over de zojuist aangenomen Basic Law, die met de kleinst mogelijke meerderheid is aangenomen. Het is een super stomme wet, geen discussie mogelijk. Maar een heel groot deel van de Israëlische bevolking én de weldenkende diaspora is mordicus tegen die beledigende wet. Dat wordt niet verteld.
In deel 3 komt een zeer sympathiek echtpaar uit Nablus op de Westbank aan het woord. De man is de redelijkheid zelve. Helaas stelt Raoul leidende vragen: “zijn jullie dan niet boos?” Bij het ontkennende antwoordt zegt Raoul: “nou, ik zou boos zijn als ik jullie was.” Er wordt naar Ajax gekeken in een Palestijns café. Raoul zit naast een jongetje en zegt het eerste Arabische woord dat hem te binnen schiet: Jihad! Het jongetje weet niet wat hij meemaakt en gaat ergens anders zitten. Samen met het sympathieke echtpaar nemen de filmakers de bus van Nablus naar Natanya. De grensovergang duurt eindeloos. Dat Is een schandaal en dat moet sneller en makkelijker kunnen. Maar dat is nog geen reden om de grenssoldaten te provoceren door een gigantische camera mee te nemen. Iedereen weet dat er bij een grens waar de spanning toch al om te snijden is, niet gefilmd mag worden. Bovendien staat het in drie talen aangegeven. ‘De hoes ligt in de bus,’ is Bromet’s lamme excuus. En maar klagen dat er een soldaat met een geweer ze de toegang verhindert! Alweer besef ik met welk satanisch genoegen EAJG-leden en Israël-haters hiernaar kijken.
In deel 4 vertelt iemand dat schrijvers die in het Jiddisch willen schrijven gemaltraiteerd zijn vanwege hun weigering in het Hebreeuws te schrijven. Zou dat echt waar zijn? Persoonlijk geloof ik er niks van. Als het wel waar is, is het schandalig. Het zou prachtige journalistiek zijn als Heertje hier zijn tanden had ingezet. Helaas, het verhaal wordt als zoete koek geslikt. Een Rotterdams paar woont op de grens van Gaza. Raoul laat ons weten dat hij het idioten vindt. (Eerlijk gezegd vind ik dat ook). Raoul ziet graag dat de mensen boos zijn: “ben je boos op Hamas?” Als het antwoord is dat er in Gaza gewone mensen lijden onder de Hamas-terreur, valt Raoul dat wat tegen. “Ik zou woedend zijn.”
Atret Cohanim is een uiterst rechtse organisatie die alle Arabische huizen in Jeruzalem wil opkopen om er Joden in te laten wonen. Hun voorman is een uit Australië afkomstige Joodse fascist. Die bestaan helaas. Maar iedere regisseur van een Israël-kritisch film heeft deze gek al eens een podium gegeven. Net zoals Amira Hass, journalist voor het weinig gelezen dagblad Haaretz, altijd een gretige afnemer vindt voor haar verhalen. Dus natuurlijk ook bij Heertje en Bromet. Deze heldin van EAJG haat haar eigen land en is blind voor de fouten van de Palestijnen. Ze wordt door weinig mensen in Israël serieus genomen.
Vervolgens komt een Palestijns-Israëlische rapper aan het woord. “Ik word nooit op de radio gedraaid”, jammert hij. De man rapt over zijn haat voor de Israëli’s. Toch wordt er hem door niemand een strobreed in de weg gelegd. Laat hij hetzelfde eens proberen in een buurland van Israël. Ik had de heren graag horen vragen of dat misschien aan zijn kwaliteit ligt. Want er wordt in Israël wel degelijk Arabische muziek gedraaid en sommige Arabische artiesten zijn zeer populair. Frans Bromet: “Waarom zou je willen leven in zo’n land?” Raouls’ slotzin is tekenend voor de serie: “We horen hier alleen maar kutverhalen.” Logisch, wanneer je uitsluitend kutverhalen opzoekt.
In deel 5 en 6 worden wel degelijk zaken aan de orde gesteld die echt schandalig zijn. Zoals het militaire recht dat in de Westbank uitsluitend voor de Arabieren geldt terwijl voor de settlers het Israëlische recht geldt. Settlers die zich sowieso boven iedere wet verheven voelen. De makers hebben een valide punt als ze stellen dat settlers verantwoordelijk zijn voor heel veel ellende in Israël. Niet alleen voor de Palestijnen die veel onrecht wordt aangedaan. Die fanatieke ultra-orthodoxen brengen ook onheil over de jonge soldaten die naar de Westbank gestuurd worden om hen te beschermen. Bij een settler voorman hangt een portret van Meir Kahane aan de muur. Raouls schrikt: “alsof er een hakenkruis aan de muur hangt”. Terecht, Kahane is een walgelijke fascist. Maar waarom die idioot laten zien? Kon dat er nou echt niet uitgesneden worden?
De film wordt weer onwaarachtig als tegelijkertijd met de viering van Jom Ha’atsmaoet (dag van onafhankelijkheid) ook de Nakba (ramp) wordt herdacht. De Israëlische Arabieren doen dat net zoals de Israëli’s: met een vrolijke picknick. Toch heeft Raoul medelijden met de acht miljoen Arabieren die uit hun land zijn gezet en niet terug kunnen. Acht miljoen? Acht miljoen???? Hier tegen in gaan is zinloos.
Er komt een vrouw aan het woord die stralend verteld dat God het hele Midden-Oosten aan de Joden heeft geschonken en dat zij is uitgekozen om Gods woord waar te maken. Niemand die even een spoedopname voor die dame regelt. Een Arabische bejaarde vrouw kan feilloos aanwijzen waar in 1948 haar huis stond. Er wordt niet getwijfeld aan haar geheugen. Dit in tegenstelling tot een gesprek met de bijna 97-jaar oude Nederlands-Israëlische Myriam Bolle die vertelt dat archeologie aantoont dat op de plaats van haar huis nooit Arabieren hebben gewoond. Mevrouw wordt wat lacherig bejegend, vooral door Bromet die met zijn zeurtoontje zegt: “die archeologie komt hen goed uit”. Waar of onwaar, wie zal het zeggen. Maar het klinkt naar en vijandig. Zeker, wanneer hij even later zonder schaamte zegt dat Israël een apartheidsstaat is.
Deel 7 is eindelijk iets positiever. Er is een gezamenlijke bijeenkomst van Israëli’s en Arabieren ter gelegenheid van Jom ha-Zikaron, de dag dat de duizenden gesneuvelde Israëlische soldaten worden herdacht. Dat is positief. Toch jammer dat er weer overmatig aandacht wordt besteed aan rechtse tegendemonstranten. Door en door racistisch tuig. Ja, het valt niet te ontkennen, er is schorem in Israël. Net zoals in alle landen in de wereld. Maar waarom toch steeds maar weer aandacht aan het negatieve. Waarom helemaal geen aandacht aan het vele positieve dat er te vinden is in de staat Israël?
Ik had zo graag iets (meer) gezien:
- over de vele Arabische studenten die gratis studeren op de Hebrew University in Jerusalem;
- over de ziekenhuizen waar Arabische dokters en verpleegsters samenwerken met Joods collega’s om Joodse en Arabische patiënten te genezen;
- over de leidende rol van Israëlische wetenschappers op praktische ieder gebied;
- over het ongekende succes van de Israëlische economie. En ja, er is ook veel armoede in Israël;
- over het heerlijke Israelische eten;
- over Israelische bedrijven die ondanks alles toch voor werkgelegenheid zorgen in de Palestijnse gebieden;
- over de voedselleveringen aan Gaza die ondanks de terreur van Hamas altijd doorgaan;
- over de vrolijkheid van Tel Aviv en de – of je wel of niet gelooft aan welke God dan ook – zeer bijzondere sfeer in Jeruzalem;
- over het vaak adembenemende landschap
- over de levensmoed van de echte kolonisten in de Negev en Arava woestijn.
- en tenslotte over de miljoenen Israëli’s die geen enkele keus hadden of hebben: ein lanu erets ageret – we hebben geen ander land;
En dan komt deel 8 en wordt alles verklaard door de psycholoog waarmee Raoul heel open spreekt. Nu wordt het ergerlijke eeuwige lachje van Raoul duidelijk. Hij voelt zich ongemakkelijk. Hij wil geen tweede generatie slachtoffer zijn, hij wil zich niet anders voelen dan zijn niet-Joodse vrienden. Al die tijd in Israël weet hij zich geen raad met zijn gevoelens. Niet alleen tijdens deze reis. Ook in Nederland is hij ambivalent over zijn achtergrond. De kundige psycholoog maakt Raoul duidelijk dat hij moet aanvaarden dat hij het kind van slachtoffers is en daardoor een overlevende. Raoul zag dat in en werd emotioneel. Zeer emotioneel. Dat hij dat liet filmen is buitengewoon moedig.
Ik weet dat de bedoelingen van Heertje en Bromet zuiver waren toen ze aan de film begonnen. Het is jammer dat hun valse schaamte over hun Jood-zijn geleid heeft tot een zeer eenzijdige reeks films over het Israël van nu. Heel veel deugt er niet in Israël. Maar waarom zou Israël beter moeten zijn dan de rest van de wereld? Mij werd duidelijk wat de reis van Raoul en Bromet werkelijk was. Een therapie in acht delen.
Vanmiddag vertelde ik een vriendin dat ik een (veel te lang) stuk ging schrijven over ‘Het Israël van Heertje en Bromet’. Ook zij was geboeid door de laatste aflevering. “Ze hadden beter eerst naar die psycholoog kunnen gaan”, zei ze. Ware woorden.