Dit is natuurlijk geen literatuurrubriek en misschien is het nogal ongebruikelijk om over boeken te schrijven die al lang geleden zijn uitgegeven. Ik doe het toch.
Vorig jaar las ik De Rechtvaardigen, geschreven door Jan Brokken. Ik had nog nooit van de schrijver gehoord, dit was het eerste boek dat ik van hem las. Raar natuurlijk, het zegt meer over mijn slechte belezenheid dan over Jan Brokken, een gevierd auteur waar sinds 1975 maar liefst 31 boeken van zijn uitgegeven. Voor alles is een eerste keer en ik genoot van het boek.
De rechtvaardigen is het verhaal over Jan Zwartendijk, de directeur van de Philips-vestiging in Litouwen die ook de Nederlandse consul was. Samen met de Japanse diplomaat Chiune Sugihara vond hij een manier om meer dan vijfduizend Joden het leven te redden. Dat ging met handgeschreven visa en was uitermate ingewikkeld. Zwartendijk gebruikte officieel briefpapier en stempels. Maar de Japanse consul penseelde visum na visum onder enorme tijdsdruk. Wat de mannen presteerden was overweldigend.
De reis werd officieel gepland naar Curacao omdat dat landje zo’n beetje de enige plek was waar Joden nog heen konden. Over zee ging niet, over land wel. Per trein via Siberië naar China en dan naar Japan. Of er ooit een boot van Japan naar Curacao zou vertrekken was natuurlijk de vraag. Niet dat dat belangrijk was want de meesten bereikten Japan noch Curacao. Een groot gedeelte van de gevluchte Joden bleef de rest van WO2 in Shanghai. Het is een meeslepend verhaal over twee moedige mannen die alles hebben gegeven om mensen te redden. Een wonderlijk detail is dat ze elkaar nooit persoonlijk hebben gesproken. Hoewel ze nauw samenwerkten hadden ze uitsluitend telefonisch contact terwijl hun kantoren toch vlak bij elkaar waren. Beiden mannen ontvingen postuum een Yad Vashem onderscheiding.
De Rechtvaardigingen had zoveel losgemaakt dat ik meer van Brokken wilde lezen. Zo kwam ik op het alweer 10 jaar geleden verschenen Baltische Zielen. In dit boek vertelt de schrijver over de Baltische staten Litouwen, Estland en Letland en hun eeuwenoude geschiedenis. Hij beschrijft de levens van 28 mensen die min of meer gezichtsbepalend waren voor die drie landen. De Baltische staten zijn tot aan het ineenstorten van het Sovjet imperium altijd bezet geweest. Dan weer waren zij deel van Rusland, dan weer waren ze Duits of Pools.
Het is opvallend hoeveel verhalen gaan over Joodse inwoners van die staten. Over hoe geliefd de Joden waren maar ook hoe gehaat. Het antisemitisme was – en is – nooit ver weg in die ijzig koude streken aan de Oostzee. Gelukkig eindigen lang niet alle verhalen negatief. Brokken beschrijft hoe Joodse intellectuelen verbonden waren aan de Bund, vermoedelijk de eerste vakbond ter wereld. Veel Joden waren betrokken bij de opstand tegen de tsaar en de Russische revolutie. Maar ook heel veel Joden waren fel tegen het communisme.
Zoveel talent kwam voort uit die drie minilandjes! Om maar wat te noemen: de violist Gideon Kremer kwam uit Riga. Net als de schilder Marco Rothkhovitz die zich in Amerika Mark Rothko noemde. Ook de wereldberoemde filmer Sergei Eisenstein (van die trappen in Odessa) werd geboren in Riga. Brokken vertelt over hen en hun familie, hoe ontwikkelden ze zich tot de persoonlijkheden die ze waren en waarom. Wat was hun milieu, hoe woonden ze en – helaas – hoe overleefden ze al dan niet de Sjoa?
Warm aanbevolen, deze prachtige boeken. Ik neem me voor om meer van Jan Brokken te gaan lezen.