Is een man onlosmakelijk met de staat Israël verbonden als hij het land en de bewoners niet begrijpt en geen interesse toont om ze te begrijpen?
Het Israël van Heertje en Bromet onderzoekt deze vraag.
De uitzending begint met een bezoek van Raoul Heertje aan vrienden in Israël op een feestelijke bijeenkomst van Irgoen Olei Holland. Dit is de organisatie van Israëliërs van Nederlandse afkomst in Israël. Het zijn vooral oude mensen. Ze vieren het 75 jarig bestaan van hun organisatie. Heertje mag wat zeggen. Hij heeft 10 jaar in Israël gewoond.
Het beleefd luisterende publiek krijgt uitgelegd dat alles waar zij voor staan hem met afkeer vervult. De grappen die hij vertelt zijn gênant. Niemand lacht.
“Ik vind dat ik dat hier kan zeggen” verklaart Heertje tegen de camera. Bij het eten wil niemand een praatje met hem maken. Zijn vrienden zijn gevlucht. Ook Bromet met de camera vangt bot. “Vriendschap is toch juist gevoelige dingen kunnen benoemen” vraagt Heertje teleurgesteld. Er is niemand aanwezig die hem kennis wil laten maken met zijn definitie van vriendschap.
Overal wordt hij warm ontvangen door de mensen uit het land wat hem zo teleurgesteld heeft. Door de vriend van Jemenitische afkomst, wiens vader gedwongen werd duizend kilometer te voet af te leggen naar Israël omdat hij Jood was. Dat vindt Heertje erg grappig. Verhalen over discriminatie zijn altijd leuk. Heertje is expert in komedie.
Door een vriend uit Nederland die hem niet durft uit te leggen dat je mensen die je uitgenodigd hebben op hun feestje niet hoeft te beledigen.
Of door een jonge vrouw die uit een extreem religieus milieu is gevlucht. Het voor Heertje zo teleurstellende Israël helpt haar te acclimatiseren aan de moderne maatschappij. Ze is van haar geloof gevallen en van haar streng gelovige man gescheiden. Een doodzonde beweert de camera. “Heel erg” bedoelt de vrouw.
Ze spreekt Engels. Ze zei terrible. Terrible is geen doodzonde. Dood is wel vaak de norm voor jonge vrouwen in het Midden-Oosten die uit een streng fundamentalistische religie stappen. Ook in Nederland moeten vrouwen in gelijksoortige situaties vaak onderduiken in blijf-van-mijn-lijf huizen en komen ze onherkenbaar met gefingeerde naam in beeld.
Niet in Israël en niet bij de streng gelovige Joden. Heertje hoort de vrouw vertellen dat ze in het begin best veel ruzie met haar ouders heeft gehad. Nu niet meer, vertelt ze. Wat het betekent gaat aan hem voorbij.
Het helpt in deze fase om te weten waarom Heertje zo teleurgesteld in Israël is. Zijn teleurstelling bestaat uit het feit dat hij gedacht had dat men het in Israël allemaal anders zou doen. Met anders bedoelt hij beter. Zelf gedraagt hij zich niet anders of beter.
Woedende fundamentalisten maken ruzie met vernieuwers op het plein bij de Kotel, de Klaagmuur, de heiligste plek van het Jodendom. Eeuwenoude tradities worden geschonden. Mannen met baarden en jonge extremisten staan om een modern geklede man en roepen hem verwensingen toe. Er klinkt de roep om zijn dood. Een kind lacht gretig. De menigte wordt groter.
De man en de extremisten gaan vrolijk verder met discussiëren. Ze doen dit iedere maand. Tot het Nederlandse heerschap zich er mee gaat bemoeien, een rel veroorzaakt en Heertje aangehouden wordt. Waarom hij kinderen duwt, wil de Israëlische politie agent weten.
Ze hebben geen idee dat ze getuige zijn geweest van een unieke, maar in Israël dagelijkse, gebeurtenis: Een religieus conflict in het Midden-Oosten zonder geweld. Ze begrijpen niet dat ze zelf oorzaak zijn van de meeste ellende. Steeds meer lachende baldadige ultra-orthodoxe jongens worden door de camera van Bromet aangetrokken. Sommige willen hun zegje doen en we zien een glimp van het Israël wat Raoul Heertje niet wil kennen: Passie, geloof, emotie. Schimmel noemt hij het.
De teleurstelling is niet langer alleen wederzijds maar nu ook volledig. Waarom kijk ik naar deze scheldende nare man die niets over Israël weet en er niets over wil weten? Waarom niet een documentaire over die bevlogen ultra-orthodoxe man met rode baard en z’n hoed op zijn achterhoofd. Die ziet er chill uit. Wat is zijn verhaal?
Er verschijnt een vrouw voor de camera. Zij verklaart dat Israël niet de joodse staat is geworden die de oprichters voor ogen hadden. Jammer, denk ik dan. Idealen zijn om naar te streven, behalen doe je ze nooit. Shoot for the stars, reach the moon. Je kent het wel. Het beeld wat de oprichters voor ogen hadden was onveranderlijk. Een levende samenleving kan dat niet zijn.
Maar wat blijkt: Heertje vindt dat Israël niet eens opgericht had mogen worden als joodse staat. Ik probeer te begrijpen waarom ik naar een documentaire kijk over een man die de beweegredenen van miljoenen joden om de staat Israël op te richten onbelangrijk vindt en daar niets tegenover weet te stellen.
Dit is zinloos. Als het geen joodse staat was geweest, had niemand ‘m opgericht. Bovendien: Waarom zou een staat, die alleen maar gebaseerd is op het idee dat de mensen die daar wonen beter moeten zijn dan de rest, zoveel de voorkeur hebben boven een joodse staat?
Een joodse staat is tenminste gebaseerd op de historische en religieuze banden die Joden hebben met het land Israël. Het bestaan van dat land biedt Joden bescherming die stateloze volken, zoals de Yazidi’s en de Koerden, niet hebben. Dit kan je zelfs uitleggen aan Palestijnen. Ze zullen het niet accepteren. Maar het is wel iets wat een mens kan begrijpen. Een land voor arrogante mensen die denken dat ze het beter kunnen, snapt niemand.
Vreemd genoeg is dit wel het Israël waar hij naar verlangt. Hij zegt het zelf: Israël had een land moeten worden waar de mensen de dingen beter deden dan elders. Het Israël van Heertje, niet gebaseerd op een joodse identiteit, zou automatisch een land worden waar de binding bestond uit een superioriteitsgedachte. Mensen zoals hij, zouden er heen gaan om een betere samenleving te op te bouwen. Niet een joodse.
Israël is anders en uniek, niet beter. In sommige dingen wel, in andere dingen niet. Dayenu, dat is goed genoeg.