De rechtbank van Den Haag heeft woensdag geoordeeld dat zij niet bevoegd zijn een door een in Nederland wonende Palestijn aangespannen rechtszaak tegen voormalig IDF opperbevelhebber Benny Gantz en voormalig commandant van de Israelische luchtmacht, Amir Eshel , voor schadevergoeding te behandelen omdat beiden immuniteit hebben tegen dit soort claims.
De zaak was aangespannen door de in Nederland wonende Palestijn Ismail Zeyada, die werd bijgestaan door de Nederlandse advocaat Liesbeth Zegveld, waarbij Zeyada schadevergoeding eiste voor een bombardement op zijn huis tijdens de Gaza oorlog van 2014 waarbij zes familieleden omkwamen.
Zeyada probeerde Gantz, die nu leider is van oppositiepartij Blauw en Wit, en voormalig Israëlische luchtmachtcommandant Amir Eshel te vervolgen. Noch Gantz noch Eshel was in de rechtbank aanwezig.
Zeyada, die in Nederland woont, had de zaak in Den Haag aanhangig gemaakt omdat, zo beweerde hij, hij de beide Israëlische ex-militaire leiders niet met succes aansprakelijk zou kunnen stellen voor Israëlische rechtbanken.
President van de rechtbank in Den Haag, Larisa Alwin, oordeelde echter dat de rechtbank de zaak niet kan behandelen omdat de toenmalige commandanten ‘functionele immuniteit tegen juridische vervolging genieten’, omdat hun acties onderdeel waren van een door de staat gesanctioneerde militaire operatie.
Zeyada zei dat hij en zijn advocaten de uitspraak zouden bestuderen om in beroep te gaan, omdat “hij het aan alle Palestijnen die hetzelfde hebben geleden en blijven lijden, verplicht was om deze strijd voort te zetten om te bereiken wat hun wordt ontzegd: toegang tot onafhankelijke gerechtigheid en verantwoording voor de onuitsprekelijke misdaden tegen hen,” vertelde hij verslaggevers buiten de rechtszaal.
De rechtbank ging mee met de argumenten van de Nederlandse advocaten die Gantz en Eshel vertegenwoordigen, en die vorig jaar zeiden dat ze de zaak wegens onbevoegdheid moesten afwijzen omdat de commandanten immuniteit hebben vanwege het feit dat hun acties in het Gaza-conflict in 2014 onderdeel waren van een Israëlische militaire operatie en dat Zeyada vrij was om hen in Israël aan te klagen.
Zeyada vond echter het idee dat hij de zaak door een rechter in Israël kan laten behandelen “een klucht, maar ook wreed.”
Ook zei Zeyada woensdag na de beslissing van de rechtbank dat hij ‘diep verdriet en teleurstelling voelde, omdat deze beslissing me effectief de toegang tot de rechter ontzegt. Ik heb geen toegang tot gerechtigheid. Ik ben een Nederlander die het slachtoffer is geworden van een gruwelijke misdaad en hier vertelt een Nederlandse rechtbank me dat ik geen toegang tot de rechter heb. “
Via deze link kunt u de gehele uitspraak lezen.