Gideon Sa’ar is zijn campagne om partijleider van de Likud te worden begonnen met het bezoeken van sites in de Jordaanvallei die worden gezien als een symbool van de verbroken beloftes van premier Benjamin Netanyahu.
Netanyahu beloofde vóór de verkiezingen in september de Jordaanvallei te annexeren. Voorafgaand aan eerdere verkiezingen heeft hij de E-1-site tussen Jeruzalem en Ma’ale Adumim bezocht en beloofd daar te bouwen. Hij beloofde in een toespraak tijdens een kabinetszitting in oktober 2018 om de bedoeïenen buitenpost Khan al-Ahmar te verwijderen. Dit is tot nu toe niet gebeurt.
Sa’ar wees er tijdens de tour op dat Netanyahu zich niet aan die beloften heeft gehouden. Hij reageerde ook op hints van Netanyahu in een toespraak op zondag dat Sa’ar niet zo loyaal zou zijn aan Judea en Samaria.
“Ik steun de opvattingen die de premier hier tijdens eerdere verkiezingscampagnes naar voren bracht,” zei Sa’ar spottend toen hij de E-1 plek bezocht. “Maar dan moet je wel deze opvattingen en beloftes nakomen en uitvoeren .”
Sa’ar zei dat er een kans was om nu actie te ondernemen, omdat Israël steun geniet van Washington die Israël op dit moment een relatief vrije hand geeft, en er geen garantie is dat een volgende Amerikaanse regering ook dat zal doen. Hij zei dat het tijd was om stappen te ondernemen om continuïteit te verzekeren van Jeruzalem tot de Dode Zee in de Jordaanvallei.
Sa’ar bezocht eerder de illegale bedoeïenen nederzetting Khan al-Ahmar en bekritiseerde Netanyahu omdat hij in oktober 2018 had gezegd dat Khan al-Ahmar “zeer binnenkort” zou worden verwijderd en dit nog steeds niet is gebeurt.
“Netanyahu heeft geen kans om een regering te vormen, niettegenstaande zijn vele prestaties,” zei Sa’ar in Khan al-Ahmar.
“Zelfs als we tot onze grote spijt onnodige derde verkiezingen krijgen, zal hij er nog steeds niet in slagen een regering te vormen.”
Eerder dinsdag zei Sa’ar in een toespraak tot pro-Israëlische parlementsleden van over de hele wereld op de Israel AlliesFoundation-conferentie in Jeruzalem dat Europese landen die Khan el-Ahmar financieren een ‘gebrek aan morele duidelijkheid’ vertoonden, omdat het volgens de Oslo-akkoorden illegaal was gebouwd op het land van Israël en omdat de bewoners een meer gastvrije locatie aangeboden hadden gekregen.
Volgens Sa’ar “lijdt de wereld aan gebrek aan morele duidelijkheid over islamitisch extremisme en over het conflict tussen Israël en de Palestijnen.” Hij betreurde dat de internationale gemeenschap ‘excuses maakt voor islamitische terreur in plaats van ertegen te vechten’ en dat dit gebrek aan morele duidelijkheid gevaarlijk was.
De bijeenkomst werd bijgewoond door ministers en parlementsleden van over de hele wereld, die Sa’ar een verklaring voorlegden tegen het besluit dat onlangs door het Europese Hof van Justitie was genomen en waarin werd opgeroepen tot het labelen van goederen die zijn gemaakt in de regio Judea en Samaria, Oost-Jeruzalem en de Golanhoogte. Sa’ar wees erop dat de beslissing illegaal was, volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie die het uitsluiten van een land verbieden.
“Dit is een poging om het recht van het Joodse volk te delegitimeren om te leven en onze toekomst op te bouwen in het land van onze voorouders,” zei Sa’ar. “Uw aankondiging die u hier vandaag doet, is een duidelijke en belangrijke stem.”
” De rechten van het Joodse volk in ons vaderland duidelijk maken. Duidelijk maken dat je BDS verwerpt en BDS herkent als een duidelijke uitdrukking van antisemitisme. Duidelijk maken dat het Joodse volk geen ‘bezetter’ kan zijn in hun eigen land. ”