Onder belangstelling van ruim 500 mensen werd aan het einde van de dinsdagmiddag op een rotonde in een nieuwbouwwijk van Sderot een twaalf meter hoge menora onthuld, die daarmee meteen de grootste menora in het Israel en het Midden-Oosten is.
Hoewel de menora officieel werd ingewijd op Israëlische bodem, was de imposante menora voor veel bezoekers niet helemaal nieuw. Ruim 150 mensen waren meegekomen met de reis van Christenen voor Israël naar Sderot en velen hadden de menora al eens gezien in Nederland.
Daar stond hij sinds 2013 in achtereenvolgens Nijkerk, Urk, Maastricht, Den Haag, Lelystad en Leeuwarden tijdens publieke Chanoeka vieringen die Christenen voor Israël samen met de Joodse gemeenschap mocht organiseren. Na zes jaar door Nederland gezworven te hebben, kwam de menora nu ‘thuis’ in Israel.
Er was bewust gekozen voor Sderot, een stad die op slechts een kilometer afstand van de Gazastrook ligt. De inwoners hebben zwaar te lijden onder de rakettenterreur van Hamas. De menora is bedoeld als een zichtbaar teken van de vriendschap tussen de Nederlandse christenen en Israël.
Burgemeester Alon Davidi van Sderot was blij om zoveel vrienden van Israël te zien in zijn stad. “Het is belangrijk dat we hier zijn en blijven, ook al wil Hamas ons hier weg hebben. Zij proberen onze stad te verwoesten, maar wij bouwen deze op.”
Voorzitter Pim van der Hoff van Christenen voor Israël refereerde aan Israël als licht voor de volken. “De profeet Jesaja schreef dat al, en de menora is daar een tastbaar voorbeeld van.” Van Der Hoff bedankte ook de Friese ondernemers Arjen Lont en Klaas Zijlstra die zes jaar geleden de bouw van de menora op zich namen. “Vandaag, na zes jaar het licht verspreid te hebben in Nederland, willen we het licht brengen naar waar het hoort. In Israël dus.”
Opperrabbijn Jacobs haakte op dat verhaal in: “Een jaar of zes geleden grapte ik tegen wat mensen van Christenen voor Israël dat als ze echt iets bijzonders wilden doen, ze maar eens de grootste menora ter wereld moesten bouwen. Blijkbaar wisten ze toen nog niet dat rabbijnen ook af en toe grapjes maken, want kijk maar eens achter mij”, zei hij wijzend naar de menora. Voor Jacobs was het de zevende keer dat hij bij het aansteken van de menora aanwezig was. De zes voorgaande keren moest hij met een hoogwerker de lucht in, maar nu was een druk op de knop voldoende om de lichten aan te zetten.
Isac Herzog (directeur Joods Agentschap) vroeg zich af hoe je in Sderot een normaal leven kunt leiden, als je wordt omgeven door zoveel duisternis. Hij gaf ook zelf het antwoord: “We drijven de duisternis weg door het licht te verspreiden.”
De menora staat nu permanent op een prominente plek in Sderot. De onthulling vond plaats een week voordat het Joodse volk Chanoeka viert, het lichtfeest waarbij ook een negen-armige kandelaar wordt gebruikt.