De officier van justitie van het Internationaal Strafhof in Den Haag, Fatou Bensouda, heeft vrijdag een volgende stap gezet in de richting van een “onderzoek naar de bezette Palestijnse gebieden”, door rechters te vragen welk gebied een toekomstig onderzoek precies zou kunnen bestrijken.
De aankondiging beëindigde vijf jaar van voorlopig onderzoek naar vermeende misdaden door zowel Israëlische strijdkrachten als Palestijnse terroristen, en signaleerde dat ze zich voorbereidt om een formeel onderzoek te starten.
Over de terreur van Palestijnse terroristen tegen Israelische burgers zei ze: “Er is ook een redelijke basis was om te geloven dat leden van Hamas en Palestijnse gewapende groepen oorlogsmisdaden hebben gepleegd door zich op burgers te richten en individuen te martelen.” Echter, het onderzoek zal zich in eerste instantie uitsluitend op Israel richten.
Israel verwierp het formele onderzoek meteen, waarbij premier Netanyahu het ‘een donkere dag voor de waarheid en gerechtigheid’ noemde.
In tegenstelling tot de Palestijnen heeft Israel het ICC en zijn jurisdictie niet erkend. De Palestijnen zijn echter erkend als lidstaat door het ICC, ondanks het feit dat er geen officiële en internationaal erkende Palestijnse staat bestaat.
“Ik ben ervan overtuigd dat er een redelijke basis is om verder te gaan met een onderzoek naar de situatie in Palestina”, zei Bensouda in haar verklaring.
Bensouda zei dat ze nu rechters heeft gevraagd om de geografische reikwijdte van een onderzoek te bepalen.
“In het bijzonder heb ik bevestiging gevraagd over het grondgebied waarover het Hof zijn rechtsmacht kan uitoefenen en dat ik aan een onderzoek kan onderwerpen, en dat bestaat uit de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza”.
Bensouda zei dat het “nederzettingenbeleid van Israël op de Westelijke Jordaanoever een oorlogsmisdaad zou kunnen zijn”. Ook de reactie van het Israëlische leger tijdens de wekelijkse gewelddadige Palestijnse protesten langs de grens van Gaza met Israël sinds maart 2018, zouden een oorlogsmisdaad kunnen zijn, volgens Bensouda.
Op verzoek van de Palestijnen opende Bensouda in 2015 een voorlopig onderzoek naar vermeende schendingen van het internationale recht na de oorlog van 2014 tussen Israël en Palestijnse terroristen in de Gazastrook.
Wat Israël betreft, heeft de officier van justitie geconstateerd dat de IDF in ten minste drie van de onderzochte gevallen onevenredige aanvallen heeft uitgevoerd.
Ze ontdekte ook dat Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen oorlogsmisdaden hebben begaan door raketten op Israëlische burgers te lanceren en hun eigen burgers als menselijke schild te gebruiken.
De officier van justitie zou ook onderzoek willen doen naar het schieten op Palestijnse demonstranten door de IDF aan de grens met Gaza-Israël tijdens de wekelijkse van “Great March of Return” demonstraties die in maart 2018 begonnen.
Als het ICC opening van het onderzoek naar “oorlogsmisdaden” goedkeurt, opent dat de deur voor iedere Palestijn om aanklachten tegen Israel in te dienen in Den-Haag.
Nu het vredesproces meer dan een decennium stilstaat, hebben de Palestijnen de afgelopen jaren geprobeerd Israël verantwoordelijk te houden voor vermeende schendingen van het internationale recht, waaronder de bouw en uitbreiding van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.
In een vrijdag uitgebrachte juridische opinie, zei de Israëlische procureur-generaal Avichai Mandelblit dat de Palestijnen niet voldoen aan de criteria van een staat, omdat ze geen soevereiniteit hebben over gedefinieerde grenzen, en dat het ICC aldus geen mandaat heeft om hierover te beslissen.