Op zondag, slechts enkele dagen voor Jom Kippoer, heeft het veiligheidskabinet voor het eerst sinds de laatste verkiezingen zes uur lang vergaderd. Er werd over een “gevoelig situatie” gesproken.
Op het moment van schrijven is het onmogelijk om te weten of er echt iets serieus gaande is of het meer een politiek verhaal is om het publiek af te leiden van de politieke en juridische problemen van Benjamin Netanyahu. Op dit moment voelt het namelijk alsof het nog steeds deel uitmaakt van een verkiezingscampagne. Hoewel ik hoop dat het allemaal een “politieke spin” is, zijn er aanwijzingen dat er mogelijk toch iets serieus gaande is.
Er zijn twee overeenkomsten tussen 1973 en 2019 die best verontrustend mogen worden genoemd. De eerste is dat er een heersende politieke partij is die in de ogen van een aanzienlijk deel van het publiek onoverwinnelijk is en met praktisch alles weg kan komen. Het tweede is het feit dat defensie-informatie openbaar wordt gemaakt, iets wat normaal gesproken alleen gebeurt ten tijde van serieuze situaties.
De toenmalig president van Egypte, Anwar Sadat, beschreef een jaar voor de Jom Kippoeroorlog van 1973 in een gedetailleerd interview met Newsweek hoe anderhalf miljoen Egyptische soldaten zich voorbereidden op een oorlog.
Zoals Sadat toen, geeft Hezbollah-leider Hassan Nasrallah in veel toespraken ook zijn belangrijkste operationele doelstellingen met betrekking tot Israël weg: “Zwaar raketvuur met daaropvolgend de bezetting van de Galil (het noorden van Israel)”.
De vermoedelijk door Iran uitgevoerde aanval op Saoedische olievelden toont echter aan dat Israël’s jarenlange ervaring heeft geleerd om oorlogswapens te neutraliseren. We bouwden anti-ballistische raketafweersystemen, terwijl de Iraniërs kruisraketten ontwikkelden.
Hoewel Israel’s defensie industrie constant met nieuwe uitvindingen en ontwikkelingen komt, lijkt het erop dat de infanterie en gepantserde brigades hier niet of heel weinig van profiteren.
Hoe je het ook bekijkt, “politieke spin” of niet, een oorlog tegen Iran en zijn regionale helpers lijkt bijna onvermijdelijk. Helemaal nu president Trump heeft afgezien van militaire acties tegen Iran, wat door dat land kan worden gezien als een teken van zwakte.
Volgens de Israëlische inlichtingendiensten, die op dit moment praktisch openbaar zijn gemaakt, zal Israël in zo een oorlog onder zwaar raketvuur komen te liggen vanuit Gaza, Libanon, Syrië en het gebied onder Iraanse invloed in Irak, terwijl er vanaf Iran kruisraketten op Israel zullen worden afgevuurd.
Hoe zal het thuisfront reageren als er een totale oorlog komt? Zijn Israeli’s bereid om een langdurig bombardement op onze burgerbevolking het hoofd te bieden? Zullen we in staat zijn precisie-raket aanvallen te weerstaan, of breekt ons moreel?
Zoals het geval was in 1973, is Israël ook in 2019, een gevangene van zijn eigen concept. Deze keer is het echter een politiek concept: een pakket van “verstarring” over links versus rechts; ultraorthodox versus seculier; Arabieren versus Joden, wie wil met wie regeren? Een regering die de problemen kan aanpakken waar het land mee te maken heeft is er na ruim 6 maanden en twee verkiezingen verder, nog steeds niet.
Al dit politieke gekibbel plaatst ons in een kwetsbare positie waar een volgende oorlog ons mogelijk uit zal wakker schudden en waarbij politici dan gedwongen zullen zijn hun eigen belangen te laten varen om het landsbelang voorop te stellen. Om de grote problemen in Israel aan te pakken, zoals het stijgende begrotingstekort van ruim 4%, de huizenmarkt waar jonge stellen geen huis kunnen huren of kopen en het geweld in de Arabische gemeenschappen in Israel, om er maar een paar te noemen.
Hopelijk is het dan niet te laat.