Artificial Intelligence of Kunstmatige Intelligentie, of kortweg “AI”, je hoort tegenwoordig bijna niets anders. Auto’s, huishoudelijke apparatuur en computers, ons werk wordt langzamerhand overgenomen door AI. Veel baanbrekende ontwikkelingen op het gebied van AI komen uit Israel. Israel is op dit moment het centrum van de wereld op het gebied van hightech.
Een recent onderzoek uitgevoerd via Facebook-groep “Machine en Deep Learning Israel”, heeft een aantal interessante inzichten over de AI-sector opgeleverd, die nog relevanter is vanwege het feit dat in de afgelopen jaren steeds meer grote multinationals strijd leveren om Israëlisch talent op het gebied van kunstmatige intelligentie te werven.
Samengesteld in een rapport van AI-consultant en oprichter van de groep “Machine en Deep Learning Israel”, Uri Eliabayev en datawetenschapper Omri Goldstein, deden aan de enquête 569 mensen mee, van de totaal uit 15.500 leden bestaande groep. Van de respondenten gaven 402 van hen aan een volledige baan te hebben in dit vakgebied.
De auteurs waarschuwden dat, hoewel het aantal respondenten hoog was, het nog lang niet genoeg gegevens was voor een nauwkeurig statistisch model, maar het geeft wel een duidelijk beeld van deze snel groeiende hightech tak.
Van de respondenten was 74,1% man. De gemiddelde leeftijd was 32,7 jaar, waarbij geslacht geen verschil maakte. Wanneer we de publieke tegen de private sector afzetten, waren de jongste respondenten degenen in verplichte militaire dienst en de oudsten waren overheidspersoneel, met een gemiddelde leeftijd van 36 jaar. Voor degenen die in startups en bedrijven werken, was de gemiddelde leeftijd 32 jaar.
Geografisch scoorde Tel Aviv het hoogste in termen van werkgelegenheid. Bijna de helft van de respondenten wonen in het centrale district van Israël, het metropool Tel Aviv, en bijna de helft van hen wonen in het zuiden van het land. Een derde van hen woont in hoofdstad Jeruzalem.
De meest voorkomende functies van de respondenten waren die van datawetenschapper, onderzoeker of wetenschapper, ingenieur “deep learning of machine learning”, softwareontwikkelaar, algoritme ontwikkelaar, analist en chief technology officer, hoewel dat allemaal niet verwonderlijk is, gezien de doelgroep van de enquête.
De meest voorkomende graden waren computerwetenschappen (inclusief elektrotechniek, software engineering en bio-informatica), technische en exacte wetenschappen (wiskunde, natuurkunde en technische disciplines die geen elektrotechniek of software zijn), biowetenschappen (inclusief scheikunde, biologie en neurowetenschappen) en economie. Terwijl afgestudeerden in computerwetenschappen in alle posities te vinden waren, waren ingenieurs, wetenschappers in live sciences en afgestudeerden in exacte wetenschappen, meestal te vinden in de positie van datawetenschapper. Waarbij laatstgenoemde bijna alle data-analisten in de enquête waren. Degenen met een graad in computer-wetenschappen waren gemiddeld de hoogste verdieners, gevolgd door degenen met een technische achtergrond.
Het gemiddelde maandloon voor alle respondenten was NIS 31.000 (€7.972). Ter vergelijking: het gemiddelde loon in de particuliere sector bedroeg NIS 10.434 (€2.684) ten tijde van deze enquête, die eindigde in maart. De helft van de respondenten bevond zich in het bereik tussen NIS 22.500 en NIS 37.500 (€ 5.788 – € 9.648), wat wijst op een grote variëteit in de branche.
De gemiddelde loonkloof tussen mannen en vrouwen was NIS 2.600 (€ 669), ofwel 8%. De hoogste verdieners waren gemiddeld degenen die hun rol als onderzoeker of wetenschapper definieerden, met NIS 36.000 (€ 9.260 ), op de voet gevolgd door chief technology officers en machine learning engineers, met NIS 35.000 (€ 9.002).
Analisten verdienden het minst, met een maandsalaris van gemiddeld 19.000 NIS (€4.886 ). De loonkloof tussen mannen en vrouwen zou gedeeltelijk kunnen worden toegeschreven aan de vrouwen die 45% van de analisten in de enquête uitmaken, maar er waren ook gaten in dezelfde rollen: een mannelijke datawetenschapper verdiende gemiddeld NIS 3.000 (€ 771) meer dan een vrouwelijke, en een soortgelijke kloof bestond voor onderzoekers.
Het aantal graden had ook een impact op de maandelijkse lonen. Meer dan de helft (51%) van de respondenten behaalde een master, terwijl 12% promoveerde en 33% niet verder kwam dan een BSc-graad.
Gemiddeld verdienden degenen met een BSc-graad NIS 27.000 (€ 6.943), degenen met een master behaalde NIS 31.000 (€ 7,971 ) en degenen met een doctoraat verdienden gemiddeld NIS 38.000 (€ 9.771 ). Hoewel er voor masterhouders geen gender-kloof was, was er voor gepromoveerden een grote verschil: mannen verdienden gemiddeld NIS 41.000 (€ 10.541) in vergelijking met de NIS 27.000 (€6,943) die vrouwen maandelijks verdienden. Een deel van dat verschil kan worden verklaard door het feit dat slechts de helft van de vrouwelijke respondenten promoveerde in computerwetenschappen of engineering, terwijl 82% van de mannen dat deed.
Leeftijd en ervaring hebben ook een positief effect op de lonen, evenals de grootte van het bedrijf: 25% van de respondenten die zeiden dat ze in dienst waren bij bedrijven met meer dan 10.000 werknemers verdienden meer dan NIS 46.000 (€11,829) per maand.