Samen met Christenen voor Israel maakte de hoofdredacteur van het NIW, Esther Voet, een reis naar de Oekraïne. Haar verslag van deze emotionele en bijzondere reis zullen wij hier in drie delen plaatsen.
Waarschuwing: deze column bevat details over de wreedheden van de Holocaust.
27 augustus 2019
Ergens in de nacht van maandag op dinsdag, ten zuiden van Dnjepro, wat we op de basisschool tijdens aardrijkskunde leerden als Dnjepropetrovsk, Oekraïne. Een heuvelachtig veredeld zandpad leidt naar een voormalig vakantiepark met de vreemde naam Baracuda. Dit hostel heeft de laatste jaren dienstgedaan als locatie voor het Joods Agentschap, voor Joodse inwoners van Oekraïne die naar Israël wilden emigreren. Bijna had de organisatie Baracuda gesloten. Zo veel Joden die alija wilden maken, waren er niet meer. Totdat in 2014 de oorlog met Rusland uitbrak. Oekraïne werd overstelpt met – ook Joodse – vluchtelingen uit de ‘nieuwe republiek Donetsk’, nu in handen van de Russen. Baracuda was een doorvoerhuis voor ze, op weg naar Israël.
Nu lig ik in een van de kamers. Het lila behang dat van de muren bladdert, wordt bij elkaar gehouden met plakband. Ergens in de verte herhaalt zich om de tien minuten een geluid dat ik alleen maar herken als een lange goederentrein. Het geluid maakt me onrustig.
Drie uur later gaat de wekker. We nemen vanuit Dnjepro de vroegste vlucht naar Kiev. Daar staat een busje van Christenen voor Israël ons op te wachten. We worden om elf uur verwacht in Bila Tserkva, een stad op zo’n drie uur rijden van Kiev. Zeven minuten voor de afgesproken tijd rijden we het centrum binnen. Links, op een plein, zien we dat zo’n vijfhonderd mensen bijeen zijn gekomen. Veel kinderen ook. Met bloemen, en ouders met mobieltjes en camera’s in de aanslag.
Op zich lijkt Bila Tserkva een onbeduidende stad. Maar dan de geschiedenis…
Voor de oorlog had Bila Tserkva een Joodse meerderheid, met typisch Joodse shtettls er omheen. Tot de nazi’s de straten van de stad binnen marcheerden. Waar andere steden met een Joodse bevolking nog een getto kregen, was dat in Bila Tserkva al snel niet meer nodig. De Joodse bevolking was al uitgemoord.
Onder wie ongeveer negentig Joodse kinderen. Hun ouders waren al uitgeroeid, maar de kinderen leefden nog. Wat met ze te doen, vroegen de nazi’s zich af. De Endlösung vond het antwoord, ergens in de bossen rondom de stad.
We weten inmiddels ongeveer waar deze slachting moet hebben plaatsgevonden. De namen van de kinderen? Ze zijn niet bekend. De plaats ook nog steeds onzeker. Maar vergeten zijn ze niet.
Het bloedhete plein in het midden van de stad op deze dinsdagmiddag. Veel stoeltjes, honderden aanwezigen, met bloemen of herdenkingssteentjes, onder wie veel kinderen. De hele stad lijkt uitgelopen. Op de voormalige vuilnisbelt van Bila Tserkva is nu een verspringende muur verrezen. Onder een laken zie ik de contouren van wat een monument moet zijn, in het hart van deze Oekraïense gemeenschap. Er zijn Duitsers, er zijn Joodse leiders, er zijn Grieks orthodoxe religieuze leiders en Russisch orthodoxe leiders. Er zijn vertegenwoordigers van Christenen voor Israël en Remember Us, organisaties die het mogelijk maakten om de bevolking van deze stad bewust te maken van deze donkere geschiedenis. Veel bewaking is niet nodig: twee politieagenten houden de wacht.
Roger van Oordt, directeur van Christenen voor Israël, vertelt over het belang van het erkennen van die geschiedenis. Hij is een van de drijfveren achter dit project. Opperrabbijn Jacobs, speciaal overgevlogen vanuit Nederland, herhaalt de woorden die vaker worden gesteld: is het tachtig jaar na dato niet te laat?
Ja, het is laat, maar nooit té laat. Want in dit monument, ter herinnering aan negentig kinderen van wie wij de namen nooit zullen kennen, ligt een waarschuwing: we kunnen altijd, en iedere keer weer, kiezen tussen het goede en het kwade.
Voor veel inwoners van Bila Tserkva is dit de eerste tastbare erkenning van wat zich in deze regio heeft afgespeeld. Na alle speeches worden de inwoners uitgenodigd om het pas onthulde monument – voorzien van handafdrukken van kinderen in de leeftijd waarop die andere kinderen, in de bossen, werden vermoord om wie zij waren – eigen te maken met bloemen en steentjes.
Oekraïne begint zich bewust te worden van haar eigen verleden. In Bila Tserkva hoopt initiatiefneemster Natella Andriushchenko een volgende stap te maken: een Joods museum.
De Joodse kinderen zonder naam, daar ergens vermoord en begraven in het bos, verdienen een duidelijk omlijnde rustplek, de techniek kan dat tegenwoordig.
Terwijl het plein langzaam leegloopt, denk ik terug aan die cadans van die goederenwagons van gisteravond. En aan de Joodse Oekraïeners die voor mij in mijn hostelkamer lagen. Die een nieuwe toekomst hebben gevonden, in een land waarin kinderen in alle vrijheid opgroeien.
Wilt u de Joodse ouderen in Oekraïne helpen?
Voor de Joodse feestdagen Rosh Hashana en Loofhuttenfeest hopen we 3.800 voedselpakketten uit te delen aan Joodse ouderen in Oekraïne. Helpt u mee? Eén voedselpakket kost 10 euro. Doneer online voor de voedselpakketten