Met circa 1.300 inwoners is An Nabi Ilyas een klein maar levendig dorp op slechts 36 kilometer ten noordoosten van Tel Aviv. Ondanks zijn kleine omvang is het dorp een industrieel en commercieel centrum voor de omgeving en heeft het een drukke hoofdstraat.
An Nabi Ilyas ligt op slechts twee kilometer op de weg van Nablus naar de stad Qalqilya, een van de grootste steden op de Westelijke Jordaanoever.
Abed el-Hamza zegt buiten zijn aluminiumwerkplaats in Nabi Ilyas, dat de hoofdstraat van het dorp op de Westelijke Jordaanoever afgelopen zaterdag leek op “Dizengoff Street in Tel Aviv”. Hij zegt dat de meeste van zijn klanten Israëlische aannemers zijn. Zelfs vroeg op een doordeweekse ochtend toen het Israelische nieuwsmagazine Globes het Samaritaanse dorp bezocht, profiteerden sommige Israëli’s van de enorme prijsverschillen, soms oplopend tot 50% of meer, die kunnen worden gevonden voor goederen en diensten op de Westelijke Jordaanoever.
Terwijl we door de hoofdstraat van Nabi Ilyas liepen, ontmoetten we een man uit Tiberias die spuitwerk aan de linkerkant de carrosserie van zijn auto nodig had en €230 betaalde in een van de garages van het dorp voor werk dat hem €500,- zou hebben gekost in zijn thuis stad.
We kwamen een Israëlische Jood tegen uit een nabijgelegen nederzetting die hier regelmatig komt om zijn sigaretten te kopen. Een slof L&M sigaretten, zijn voorkeursmerk, kost hier €56,70 vergeleken met € 79,90 in Israël.
We vroegen in een nabijgelegen garage hoeveel een 10.000 kilometer servicebeurt zou kosten en kregen als antwoord €85 vergeleken met €180 in de buurt van Tel Aviv. Een carwash, binnen en buiten, kost slechts €5 vergeleken met €12,50 thuis.
Vlees bij de Palestijnse slager kost €7,50 per kilo vergeleken met €12,50 bij zijn Israëlische collega’s. Een heel lam kost €386.65 vergeleken met €500 Israel.
Prof. Aziz Haider, socioloog aan het Van Leer Instituut in Jeruzalem, zegt dat er schattingen zijn dat elk weekend tussen de 40.000 en 50.000 Israëlische Joden en Arabieren gaan winkelen op de Westelijke Jordaanoever. “De Joden, die heel vaak een paar woorden Arabisch kennen, weten hoe ze daar moeten omgaan en leven meestal dicht bij de Groene Lijn. Dan zijn er ook arme Israëliërs die van verder weg komen. Ik ken mensen uit Galilea die reizen organiseren naar de regio’s Jenin en Tulkarm om dingen goedkoper te kopen.”
Prof. Haider legt uit dat het grote prijsverschil tussen Israël en de Palestijnse steden en dorpen op de Westelijke Jordaanoever is dat de economie daar contant is en geen belasting hoeft te betalen. Bovendien betekent hoge werkloosheid op de Westelijke Jordaanoever dat mensen bereid zijn te werken voor zeer lage lonen. Daarnaast wordt de Palestijnse economie gedomineerd door een klein aantal handelaren die in bulk importeren en zo de prijzen laag kunnen houden.
Winkelexcursies door Israëlische consumenten naar de Westelijke Jordaanoever waren veel meer wijdverbreid voordat de Tweede Intifada in september 2000 begon. In het dorp Biddya bijvoorbeeld, tussen Elkana en Ariel in Samaria, herinnert de lokale bevolking zich nog heel goed dat op zaterdagen miljoenen shekels door Israëliërs werd uitgegeven. Het extreme geweld van de Tweede Intifada verminderde de economische relaties tussen Israëli’s en Palestijnen drastisch, maar blies ze niet volledig uit. Van tijd tot tijd waren er gevallen waarin Israëli’s werden vermoord of aangevallen tijdens winkelexpedities naar de Westelijke Jordaanoever of daarheen gingen voor een goedkope autoreparatie.
In de afgelopen jaren echter werd de veiligheidssituatie op de Westbank rustiger en beginnen Israelis weer toe te stromen voor inkopen, auto reparaties etc.
Neem bijvoorbeeld Lior, een taxichauffeur uit Ramat Gan die zijn auto vol laad met dozen met 1,5 liter flessen Coca Cola uit de supermarkt van Abed Shatyub in Nabi Ilyas. “Ik kom hier een keer per maand min of meer omdat de economische situatie in Israël ons op de armoedegrens heeft gebracht. Kijk naar de prijzen in Israëlische supermarkten en dan naar de salarissen van de meeste mensen en het is gewoon niet genoeg om rond te komen. Kijk wat ik koop. Dingen die je dagelijks nodig hebt. Basisproducten. De prijzen in Israël zijn zo hoog dat ik gedwongen ben om mijn financiële zekerheid een hogere prioriteit te geven dan mijn fysieke beveiliging. Elke keer als ik kom, besteed ik NIS 200-300 (€ 50 – € 75) en daarvoor kan ik vier, vijf of zelfs zes tassen vullen, terwijl ik voor hetzelfde geld in een Israëlische supermarkt slechts twee tassen vul. “
Luister, zegt hij, over het algemeen is de manier waarop jonge Palestijnen de dingen zien niet anders dan de manier waarop Israëli’s van hun leeftijd dingen zien. Beide partijen willen hun brood verdienen in waardigheid. Je vroeg mij naar economische relaties tussen Israëliërs en Palestijnen? Ik noem het liever economische relaties tussen mensen. “
Shatyub die achter zijn toonbank staat en naar ons gesprek luistert, schat dat 90% van zijn klanten Israëliërs zijn. Hij maakt zich minder zorgen over sporadische terreuraanslagen en heeft meer last van de voltooiing van een nieuw gedeelte van Road 55, waardoor het voor Israëli’s mogelijk is Nabi Eliyas volledig te omzeilen en alle verleidelijke tekenen over goedkope prijzen die in het Hebreeuws langs de hoofdstraat van het dorp.
In de aluminiumwerkplaats van el-Hamza legt hij uit dat Israëlische aannemers naar hem toe komen omdat, “ik een raam per meter raamkozijn voor NIS 700 (€150) verkoop, wat NIS 1.600 (€412) zou kosten in Israël. Ik verkoop een kilogram aluminium voor NIS 20, (€5) wat NIS 45 (€11,80) in Israël zou kosten en zelfs iets van veel goedkopere kwaliteit zou hen NIS 27 (€7) kosten. Dat is een serieus verschil. Ik doe ook zelf contractwerk. Als je een huis bouwt, doe ik het voor NIS 50.000 of NIS 60.000 (€ 12.500 – € 15.000), waar een Israëlische aannemer NIS 100.000 (€25.000) zou nemen. “
el-Hamza vertelt ons zijn oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. “Kijk, het maakt ons niet uit wie je als premier kiest, het zal toch niet helpen. Ze zijn allemaal hetzelfde. Als iemand echt een akkoord wilde bereiken, geloof me dan doe je het zoals je twee aannemers naar de tafel brengt, ze zouden zo een vredesovereenkomst sluiten. Waarom? Omdat alleen jullie aannemers elke dag met Arabieren praten. Begrijpt Netanyahu wat er in de geest van een Arabier gebeurt? Natuurlijk niet.”