Duitsland is geen land voor Joden, schrijft Zeev Avrahami in Ynet vandaag. Want, schrijft hij in het opinie stuk: “In hun verlangen om zichzelf te bevrijden van de ‘geërfde schuld over de Holocaust’ en de massale slachting van de Joodse gemeenschappen in Europa, hebben Duitsers een vicieuze anti-Israëlische houding aangenomen die Israëli’s in het land moeten aannemen als ze in het land willen blijven wonen.”
Prenzlauer Berg, een luxe liberale wijk in Berlijn, heeft een zaterdagmarkt met verse producten, kraampjes, bloemen, vis en champagne. Dit is niet alleen een markt om te kopen, maar ook een plek om naartoe te gaan als je gezien wilt worden.
Mahmoud heeft zijn falafel kraam de afgelopen 18 jaar in een hoek van de markt gehouden. Hij is een inwoner van Duitsland wiens ouders Palestijnen waren. Mahmoud houdt niet van joden of Israëli’s. Hij rekent hun een speciale prijs voor zijn eten. Hij richt zich ook op godslastering en spuugt op hen als ze voorbij lopen.
Op een zaterdag schreeuwde hij naar een joodse voorbijganger: “Jammer dat Hitler je niet heeft afgemaakt.” De Duitsers op de markt bleven hun champagne drinken. Toen ik ontdekte dat het misbruik van de falafel verkoper tegen mij gericht was, ging ik naar de marktmanager om te klagen.
De man legde me kalm uit dat Mahmoud een geweldige kerel was met slechts één klein probleem – Joden maken hem gek. Hij vertelde me dat Mahmoud ooit een maand van de markt was geschorst.
De tweede keer dat Mahmoud tegen me schreeuwde toen ik de markt betrad, was een jaar geleden, nadat aanvallen op Joden in Duitsland een nieuwe piek hadden bereikt. Dus besloot ik niet langer te zwijgen en begon te protesteren tegen de Duitse behandeling van joden.
Gedurende 10 weken stonden we met borden op de markt. Hoewel we een vergunning hadden om te demonstreren, duwde de politie ons twee keer terug. Ook werd ik een keer gearresteerd.
Vier Duitsers schreeuwden naar mij om terug naar huis te gaan. Sommigen wilden een gesprek voeren over het vreselijke beleid van Israël, wat we weigerden. De Duitse pers beschreef de demonstratie als “Palestijnse en Israëlische worstelaars staan tegenover elkaar” waar wij, arme Duitsers, gastheer zijn. Maar deze uitleg is niet waar.
Mahmoud schreeuwt godslastering naar Joden omdat de Duitse regering dit stilzwijgend toelaat. Trouwens, de zaterdagmarkt in Prenzlauer Berg is niet eens een extreem voorbeeld van de behandeling van joden in Berlijn.
De directeur van het Joods Museum in Berlijn nam ontslag nadat hij het gebouw had laten gebruiken door BDS-activisten, die pleiten voor de boycot van Israël. De directeur van het Joodse museum in München organiseerde een tentoonstelling waarbij de Negev-woestijn een nederzetting werd genoemd en het Joods Nationale Fonds (JNF) werd beschuldigt van oorlogsmisdaden.
Beide musea zijn alleen joods in naam en worden gefinancierd door de Duitse overheid. Terwijl ze hun titels misbruiken, gebruiken ze hun reputatie om haat tegen Israël te verspreiden.
Israëliërs die naar Berlijn komen, begrijpen al snel dat ze een bepaalde houding moeten aannemen om geaccepteerd te worden in de mainstream Duitse samenleving. Een aspect hiervan is om altijd kwaadaardig kritiek op Israël te hebben ongeacht de gebeurtenissen.
Daarnaast telt dat jonge Duitsers de geërfde schuld van de Holocaust beu zijn. Ze zijn er zo door geobsedeerd dat ze niet begrijpen dat ze er alleen maar van af kunnen komen als ze hun verantwoordelijkheid aanvaarden.