Er is de laatste dagen veel te doen over het bezoek van de Democratische leden van het Amerikaanse Congres lIlhan Omar en Rashida Tlaib aan Israel. Hen is de toegang geweigerd. De Israëlische plv. minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Hotovely maakte dat vandaag, 15 augustus, bekend: “We zullen niemand toelaten die ons bestaansrecht in de wereld ontkent.”
Over dat voorgenomen bezoek was al heel veel te doen in de media: zou dit juist niet een uitgelezen gelegenheid zijn om deze pro-Palestijnse afgevaardigden en geharnaste tegenstanders van het beleid van de Israëlische regering eens het werkelijke Israel te laten zien? Anderen voorzagen een media-circus met veel publicitair lawaai, dat uiteindelijk meer kwaad dan goed zou doen. Bovendien gaven de dames ook zelf voedsel aan het wantrouwen: waarom namen ze niet deel aan het bezoek dat een grote delegatie Amerikaanse volksvertegenwoordigers afgelopen week aan Israel bracht? Door een eigen traject te kiezen, buiten het bezoek van de delegatie om, hebben ze de verdenking op zich geladen uit te zijn op een publiciteitsstunt. Ook president Trump bemoeide zich met de voorgenomen reis : in een tweet verklaarde hij dat het van zwakte zou getuigen als Israel deze twee Amerikaanse volksvertegenwoordigers zou toelaten.
Het weren van tegenstanders tot het Israëlisch grondgebied berust op de zogeheten BDS-wet: een inreisverbod voor pro-Palestijnse, anti-Israël activisten.
De BDS (BDS staat voor: Boycot, Desinvesteringen en Sancties)-beweging wil Israël delegitimeren. BDS-ers voeren acties tegen bedrijven die in Israël investeren en roepen op tot het boycotten van Israëlische producten. BDS probeert optredens en bezoeken van Israëlische wetenschappers en kunstenaars te verhinderen, maakt zich sterk voor het verbreken van uitwisselingsprogramma’s en zet musici en popsterren onder druk om hun concerten in Israël af te zeggen. Dat lukt overigens steeds minder.
BDS is dus niet zo maar een actiegroepje. In Nederland werd in 2014 een optreden van de beroemde Israëlische actrice Lia Koenig (toen 85 jaar, de grande dame van het Israëlische podium) door actievoerders onderbroken. In Londen werd tijdens de Proms een concert van het befaamde Israel Philharmonic in de Royal Albert Hall door BDS-activisten verstoord.
Er was trouwens ook in Israël is veel kritiek op deze wet. Maar het gaat er niet om mensen, die kritiek hebben op het nederzettingenbeleid, een vakantie aan het strand of familiebezoek te ontzeggen. Dat is hier niet aan de orde.
De voorstanders van het inreisverbod voor BDS-activisten hebben wel een punt: waarom zou een staat mensen toelaten die het bestaansrecht van die staat bestrijden en zelfs uit zijn op haar vernietiging? Waarom zou Israel tegenstanders, die het bestaansrecht van die staat met virulente, ondemocratische middelen bestrijden en haar burgers optredens in concertzalen, onderzoek in laboratoria en colleges op universiteiten onmogelijk maken, binnen haar grenzen moeten ontvangen?
Het is toch een recht van een land om te beslissen wie ze wel of niet wil laten binnenkomen? Daarin staat Israel niet alleen.
Freek van Beetz, studeerde Planologie en Politicologie, was van 2001-2010 adviseur van de Minister President van de Nedederlandse Antillen. Auteur van Uitzicht op Zee (roman, 2015) en van Het laatste Kabinet (2010) en Het einde van de Antillen (2013).