In 1940 werd de joodse familie Klein door de Nazi’s gedwongen het schilderij “Painting with Houses” van Wassily Kandinsky tegen een bedrag van omgerekend $1.600 aan de nazi’s te verkopen, schrijft JTA.
In een uitspraak van afgelopen november heeft de Nederlandse Restitutiecommissie het familierecht aanvaard en erkent dat de familie Klein eigenaar is.
Echter, in diezelfde uitspraak bepaalde de Nederlandse Restitutiecommissie dat wegens “algemeen belang” het schilderij niet hoeft te worden teruggegeven en dus in het Stedelijk Museum in Amsterdam mag blijven hangen.
Het was de laatste van een aantal van dergelijke weigeringen door Nederland op basis van wat de Nederlandse Restitutiecommissie in 2013 introduceerde als een benadering dat geroofde kunst in musea moet blijven in plaats van te worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars indien er een “algemeen belang” is.
Het heeft verontwaardiging en bezorgdheid veroorzaakt door sommige deskundigen, eisers en hun vertegenwoordigers. Ze vrezen een precedent en zien onrecht door een land dat vroeger werd beschouwd als een modeluitvoerder van kunstherstelpraktijken.
“Deze ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat Nederland van een leider in kunst teruggave een paria wordt”, schreven Anne Webber en Wesley Fisher in december in het NRC Hadelsblad. Webber is een expert op het gebied van kunst teruggave en Fisher is directeur van het onderzoek voor de conferentie over Joodse materiële claims tegen Duitsland. Hun essay was getiteld: “Het is een schande dat deze gestolen kunst in het museum hangt.”
Het is “bijzonder verontrustend”, vertelde Fisher aan de Jewish Telegraphic Agency, dat dit gebeurt in Nederland, dat een van slechts vijf landen is (de andere zijn Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) dat commissies oprichtte om de herkomst van verdachte kunstwerken te bepalen. Dergelijke commissies waren een belangrijke vereiste van de Washington Principles over nazi-confiscated art, een mijlpaaldocument dat in 1998 door 44 landen werd goedgekeurd.
De principes zijn belangrijk omdat ze de basis vormen voor het afhandelen van talloze claims die vanwege de statuten van beperkingen niet voor de rechter kunnen worden opgelost.