Cnaan Liphshiz – journalist voor de Jewish Telegraph Agency (JTA) – had eerst nog wat sympathie voor de bouwers van de praalwagen met orthodoxe Joden tijdens het carnaval in Aalst. Dat verdween echter snel tijdens zijn speurtocht naar de beweegredenen om met een praalwagen te komen, waarbij Joden op de hak worden genomen.
Ze hadden talloze onbetaalde uren geïnvesteerd om iets te produceren waarvan ze dachten dat het mooi was, maar dat eindigde snel nadat mensen over de gehele wereld met afschuw reageerden.
Het Simon Wiesenthal Centrum noemde het display “ziekmakend” en B’nai B’rith International, een van de grootste internationale joodse organisaties, noemde het optreden “walgelijk”.
De twee overkoepelende organisaties van Belgische Joden dienden een federale klacht tegen de groep, genaamd Vismooil’n, wegens opruiing. Volgens de klacht leek de praalwagens op Nazi-propaganda.
Een woordvoerder van de Europese commissie noemde het ondenkbaar dat een dergelijke praalwagen “70 jaar na de Holocaust” was te zien. Dus ging Cnaan Liphshiz een aantal betrokkenen bellen en kwam tot de verbijsterende ontdekking dat ze geen spijt hebben. Integendeel. De uitkomst leest u hier.