Israëliërs mogen Libanon niet bezoeken en zelfs toeristen die in Israël zijn geweest mogen het land niet in. Niet voor niets bladeren Libanese douaniers altijd naarstig paspoorten door opzoek naar bewijzen dat iemand de ‘zionistische entiteit’ heeft bezocht. In dit licht is het recente bezoek aan Libanon van rabbijn Alexander Goldberg uit Londen zeer opmerkelijk.
De rabbijn ging onder meer op de thee bij de grootmoefti van Libanon. Die zetelt in de conservatieve, grotendeels soennitische stad Tripoli. Goldberg staat met hem gebroederlijk op de foto. Het bezoek vond dan ook plaatst in het kader van ‘verbroedering’. Een Libanese stichting had de rabbijn uitgenodigd om polshoogte te nemen in Libanon. Hij sprak niet alleen met de hoogste soennitische man, maar ook met christelijke, alawitische en Druzische geestelijken.
Over ontmoetingen met Joodse Libanezen spreekt Goldberg niet in zijn reisverslag op internet. Dat is niet zo gek. Libanese Joden doen er alles aan om hun identiteit te verhullen. Sommige hebben zich daarvoor zelfs tot het christendom of de islam bekeerd. Tijdens de bloedige Burgeroorlog (1975-1991) hebben Joden zwaar geleden (de Joodse wijk in Beiroet lag in de vuurlinie) en zijn de meeste naar het buitenland gevlucht. Veelal naar Israel. Toch komt een deel van hen regelmatig terug.
Libanese Joden in Brooklyn maakten zelfs een spraakmakende documentaire over de terugkeer naar hun vaderland. En dan zijn er nog de Joden die zijn gebleven. Betrouwbare schattingen van hun aantal op een bevolking van 4,5 miljoen zijn er niet. De Lebanese Jewish Community Council, actief op Facebook, houdt het op een gemeenschap van ‘meer dan tweeduizend mensen’. Maar het aantal van honderd is in openbare bronnen ook te vinden.
Maar soms, heel soms komen de Joodse Libanezen onder de radar vandaan. Zoals vorig jaar. Toen registreerden twee Joodse kiezers uit Sidon (Saida) zich voor de parlementsverkiezingen.
Dat was nieuws in het multireligieuze land, waar het Jodendom een van de achttien officiële religies is. Het belijden van de Joodse godsdienst is er dan ook niet verboden. De synagoge in hartje Beiroet is na de verwoesting in de burgeroorlog zelfs volledig en prachtig hersteld, maar nooit officieel heropend. Maar welke Jood zou in Libanon op de shabbat door het centrum van de hoofdstad naar sjoel willen lopen? Dat is veel te zichtbaar!
Maar er zijn ook Libanese Joden die minder geheimzinnig doen over hun Joodse afkomst. Vooral tegenover buitenlanders zijn ze daar soms wat opener over. Daar is de schrijver van dit artikel mee bekend.
Was Goldberg de eerste rabbijn die sinds de jaren zeventig Libanon bezocht? Dat werd op sociale media gesuggereerd. Maar nee, in 2012 bezochten anti-Zionistische rabbijnen de voormalige synagoge van Sidon (Saida), waar een Palestijnse familie zijn intrek had genomen.
Het bezoek van Goldberg is zeker geen toeval. De Libanese staat heeft er ook actief aan meegewerkt. Goldberg kreeg ter bescherming vier ‘body guards’ van het Libanese leger mee. Dat was op zich niet nodig, want de rabbijn ging niet als herkenbare Jood over straat. Maar Libanon wilde kennelijk geen risico nemen en van dit bezoek hoe dan ook een succes maken. Zou dit betekenen dat er op de achtergrond heel voorzichtig toenadering wordt gezocht met Israël?
Zeker is dat Saad Hariri, bondgenoot van Saoedi-Arabië, gisteren na negen maanden onderhandelen een nieuw Libanees kabinet heeft gevormd. En welk land is al jaren bezig om vrijwel geruisloos de banden met Israël te herstellen? Juist: Saoedi-Arabië. Vergezocht of niet: het bezoek van een rabbijn uit Londen is een hoopvol teken.
Lees hier de blog van rabbijn Goldberg over zijn bezoek aan Libanon